De vlaggen werden in juni door een internationale jury uitgereikt tijdens evenementen in Mijas (Andalusië), Tapia de Casariego (Asturië), Muro (Balearen), Noja (Cantabrië), Mérida (Extremadura), Cíes-eilanden (Galicië), Águilas (Murcia), Sitges (Catalonië) en Valencia (Valenciaanse Gemeenschap).
De Internationale Jury voor de Blauwe Vlag 2021 voor het noordelijk halfrond, voorgezeten door de FEE (Foundation for Environment and Education), kende in totaal 4.825 blauwe vlaggen toe aan de 47 deelnemende landen. Een op de zeven blauwe vlaggen is voor Spanje.
Onbetwiste leider
Volgens de Spaanse staatssecretaris voor Toerisme, Fernando Valdés, ‘is Spanje ook in 2021 de onbetwiste leider op het gebied van blauwe vlaggen en een bewijs voor de rest van de wereld dat Spanje een veilige en duurzame toeristische bestemming is’. Bovendien heeft de organisatie erop gewezen dat de stranden en jachthavens met de blauwe vlag een veilig toeristisch aanbod bieden, met milieugaranties. ‘De blauwe vlag is ook een educatief instrument voor zowel bezoekers als beheerders van deze gebieden’.
Regio Valencia aan kop binnen Spanje
De Valenciaanse Gemeenschap voert de ranglijst binnen Spanje aan, met 153 blauwe vlaggen -137 voor de stranden en 16 voor de havens-en wordt gevolgd door Andalusië, met 137 stuks, 115 voor stranden, 20 voor havens en 2 voor boten. Op de derde plaats staat Galicië, met 122 onderscheidingen: 111 voor stranden en 11 voor havens.
In Catalonië wapperen dit jaar 119 vlaggen, op de Canarische Eilanden 64, op de Balearen 44 en in Murcia 32. Daarna volgen Asturië met 15, Cantabrië met 11, Baskenland en Melilla beide met 5, Extremadura met 3, Ceuta met 2 en Madrid sluit de rij met 1 blauwe vlag voor een binnenstrand.
Andalusië grootste stijger
Andalusië kende de grootste stijging, met 15 extra blauwe vlaggen voor stranden. Op de Canarische Eilanden zijn acht stranden meer bekroond dan vorig jaar. In de rest van de autonome gemeenschappen is het aantal blauwe vlaggen stabiel gebleven.