De Guardia Civil is een onderzoek gestart naar een man uit Los Villares (Jaén) die wordt verdacht van het beschadigen van prehistorische rotstekeningen in de Sierra Sur de Jaén. De 39-jarige man zou water over de prehistorische tekeningen hebben gegoten om scherpere foto’s te maken. Die foto’s plaatste hij vervolgens op zijn Facebook-profiel.
De daad kwam aan het licht nadat agenten van Seprona (de natuurbeschermingsdienst van de Guardia Civil) in mei de foto’s ontdekten. Daarop waren de natgemaakte rotstekeningen te zien, samen met de exacte locatie van het erfgoed.
Cultureel erfgoed
De 6.000 jaar oude rotstekeningen in de Sierra Sur de Jaén zijn niet alleen cultureel erfgoed, maar ook van groot historisch belang. De schilderingen bevinden zich op kalksteen, dat wateroplosbare zouten bevat. Wanneer er water op wordt gegoten, lossen deze zouten op en komen ze naar de oppervlakte wanneer het water verdampt. Daardoor ontstaat er een korst die de schilderingen kan verbergen of zelfs vernietigen. Hierdoor ontstaat onherstelbare schade aan de rotstekeningen, die als de eerste artistieke uitingen van de mens worden beschouwd.
Eerder soortgelijk incident
Dit incident is niet het eerste van zijn soort in de regio. Drie jaar geleden waarschuwden wandelaars voor schade aan een ander rotsschildering in het eveneens Andalusische natuurpark Despeñaperros, waar met spray op was geschilderd. Deze vernietigende handelingen vormen een groeiende bedreiging voor het culturele erfgoed in de provincie Jaén, die bekendstaat om haar rijke verzameling prehistorische rotstekeningen. Ondanks eerdere toezeggingen van de Junta de Andalucía om hulp te bieden bij het herstel van deze schilderingen, blijft er een gebrek aan een integraal plan voor bescherming en behoud.
Tekort aan middelen om rotstekeningen te beschermen
Lokale burgemeesters, zoals Manuel Fernández van Aldeaquemada, uiten al geruime tijd hun bezorgdheid over de voortdurende vandalisme-incidenten en het tekort aan middelen om deze historische schatten te beschermen. “We hebben niet de middelen om bij elk yacimiento (vindplaats) een bewaker neer te zetten,” klaagt Fernández. Hij dringt aan op meer institutionele steun om dit kwetsbare erfgoed te behouden en verdere schade te voorkomen.