De Raad voor Historisch Erfgoed heeft besloten om vier nieuwe elementen toe te voegen aan de ‘Spaanse Voorlopige Lijst’. Dit is de eerste stap richting opname op de Werelderfgoedlijst van Unesco.
De vier voorgedragen locaties zijn:
Reuzengeode van Pulpí (Almería)
Deze indrukwekkende geode in de Mina Rica de la Sierra de Aguilón -ontdekt in 1999 – is de op één na grootste ter wereld en de grootste van Europa. De mijn bevat veel geologisch en mineralogisch waardevolle elementen.
Rotstekeningen van La Palma
Het gaat om in totaal 520 grotschilderingen die geometrische thema’s, spiralen en cirkels tonen. Ze zijn afkomstig uit de pre-Spaanse periode van het eiland (0-1493 na Christus.). Deze schilderingen zijn unieke uitingen van de eilandcultuur sinds de aankomst van de eerste kolonisten uit Noord-Afrika
Universidad Laboral (Gijón)
Dit is het grootste civiele gebouw van de 20e eeuw in Spanje en werd gebouwd tussen 1948 en 1957. Het diende als beroepsopleidingsschool en biedt nu een scala aan artistieke disciplines. Het gebouw werd in de 21e eeuw hersteld en kreeg een nieuwe bestemming voor cultureel en educatief gebruik.
Eerste enclaves voor productie van suiker (Canarische Eilanden)
Deze enclaves, de eerste op eilanden in de Atlantische Oceaan, getuigen van de suikerproductie tussen de 15e en 17e eeuw. De ontdekking van de Nieuwe Wereld maakte van de Canarische Eilanden een bevoorrechte plaats. De veroveraars introduceerden er verschillende gewassen, waaronder suikerriet. Zij besloten het nieuwe land te gebruiken om een handel op te zetten gebaseerd op de export van suiker. Lucratief, want de vraag vanuit Europa was groot.
Proces van nominatie
De Raad voor Historisch Erfgoed vergaderde op donderdag en vrijdag in Murcia. Ángeles Albert, directeur-generaal voor Cultureel Erfgoed en Schone Kunsten, zat de vergadering voor. Alle autonome gemeenschappen namen hieraan deel.
De autonome gemeenschappen waarin deze eigendommen zich bevinden (Andalusië, Asturië en de Canarische Eilanden) zullen informatie moeten verzamelen om de nominatie verder te onderbouwen om deze bijzondere locaties als Werelderfgoed te laten erkennen.