Spaanse steden voeren zelf maximumsnelheid van 30 km per uur in

door admin
Spaanse steden voeren zelf maximumsnelheid van 30 km per uur in

Een voetganger die wordt aangereden door een auto die 30 kilometer per uur rijdt, heeft 10 procent kans om aan de gevolgen daarvan te overlijden, terwijl deze kans stijgt naar 50 procent als de automobilist 50 kilometer per uur rijdt, zo blijkt uit gegevens van de Wereld Gezondheidsorganisatie.

28 van de 51 provinciale hoofdsteden hebben snelheid verlaagd

Om de jaarlijks 200 dodelijke aanrijdingen met voetgangers in de Spaanse steden te reduceren staat al enige tijd een herziening op de planning van het Algemene Reglement voor het Verkeer van de verkeersdienst DGT. Met een verlaging van de maximumsnelheid zou niet alleen het aantal ongevallen met 40 procent omlaaggaan, maar ook de geluids- en luchtvervuiling in de steden.

Tot een wettelijke goedkeuring is het echter nog steeds niet gekomen, waardoor 28 van de 51 provinciale hoofdsteden het initiatief hebben genomen de snelheid omlaag te brengen in de kleinere straten van de stad. De gemeente Bilbao gaat zelfs nog een stap verder en heeft als eerste grote stad de aanpassing van de maximumsnelheid doorgevoerd voor alle wegen binnen de bebouwde kom. 

In 2018 leidde 47 procent van alle aanrijdingen met voetgangers tot 232 dodelijke slachtoffers, zo blijkt uit gegevens van DGT. Dit cijfer is weliswaar licht aan het dalen, maar nog steeds zijn dit er veel te veel. Volgens Pere Navarro, directeur van de DGT, geldt nu voor de meeste straten in de bebouwde kom een maximumsnelheid van 50 kilometer per uur, en in sommige straten van 30 kilometer per uur, wat volgens hem omgedraaid zou moeten worden naar 30 kilometer per uur in de meeste en 50 kilometer per uur in slechts enkele straten van de stad.

Effectieve maatregel

Pontevedra was in 2011 een van de eerste steden die op eigen initiatief overging op een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur en weerde daarbij zoveel mogelijk auto’s uit het centrum van de stad. Tussen 1997 en 2007 overleden in Pontevedra 30 voetgangers na een aanrijding met een auto, sinds 2011 is er geen enkel dodelijk slachtoffer meer gevallen. 

In Barcelona ging in 2007 al de 30 kilometer van kracht op de kleinere straten. Dit jaar werd deze maximumsnelheid ook van kracht op de grotere wegen met meer dan één rijbaan per rijrichting. In 2021 moet de maximumsnelheid van 30 kilometer per uur gelden voor 75 procent van alle rijwegen in de stad. In Valencia is dit al het geval voor 64 procent van alle wegen en straten in de de stad. In 2018 voegde ook Madrid zich bij de steden die op eigen initiatief de snelheid omlaag brachten in een deel van de straten binnen de bebouwde kom. 

Noodtoestand had gunstig effect

Toen tijdens de noodtoestand werd ervaren hoe aangenaam de rust is in de stad zonder het razende autoverkeer, gingen nog eens tien gemeenten over op het verlagen van de maximumsnelheid naar 30 kilometer per uur, waaronder Santander, Tarragona, Córdoba en Alicante. Met deze verlaging wordt niet alleen de kans op aanrijdingen met dodelijke afloop aanzienlijk verlaagd, maar zien steden ook een ander positief effect, namelijk dat steeds meer mensen ervoor kiezen om zich te voet of met de fiets te verplaatsen binnen de stad.  

Dit vind je misschien ook leuk