De Spaanse regering stelde mogelijke gratie voor de 12 Catalaanse separatisten voor, maar moest wachten tot het hoogste gerechtshof van Spanje uitspraak deed alvorens een definitieve beslissing te nemen.
Het niet-bindende rapport van het Hooggerechtshof komt op een moment dat de regering hoopt de besprekingen met de nieuwe pro-onafhankelijke regering van Catalonië te heropenen.
Tijd voor eendracht
De socialistische premier Pedro Sánchez liet doorschemeren dat hij gratie overweegt. “Er is tijd voor straf en tijd voor overeenstemming”, zei hij woensdag tegen het parlement toen hem werd gevraagd naar de mogelijke gratie. Hij ging hier echter niet verder op in toen de oppositie zijn standpunt aanviel. Sánchez zou daarmee de eenheid van Spanje ondermijnen.
Dinsdag vertelde de premier aan de verzamelde pers dat hij in zijn uiteindelijke beslissing “rekening zou houden met constitutionele waarden zoals harmonie, dialoog en begrip”.
Geen spoor van berouw
De Hoge Raad oordeelde in het rapport dat de gerechtelijke uitspraken tegen de separatistische leiders passend waren voor de door hen gepleegde misdrijven. Het zei: “er is niet het minste bewijs of de minste zweem van berouw” voor hun daden op te merken vanuit de veroordeelde politiek leiders. Spijt is een vereiste voor gratie. Als gevolg hiervan verzet de Hoge Raad zich tegen gratie voor veroordeelden.
In oktober 2019 veroordeelde de rechtbank negen Catalaanse separatistische politici en activisten tot negen tot dertien jaar gevangenisstraf wegens het organiseren van een ongeautoriseerd referendum over onafhankelijkheid en het afgeven van een kortstondige eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring. De drie andere beklaagden kregen geen gevangenisstraf voor hun misdaad van ongehoorzaamheid.