Wie is wie in corruptiezaak ERE

door admin
Wie is wie in corruptiezaak ERE

De zaak ERE kwam aan het rollen bij een onderzoek naar een omkopingszaak van Mercasevilla in Andalusië. Met inmiddels ruim 200 verdachten is de zaak ERE een van de grootste corruptiezaken in Spanje.

 

Zaak ERE

 

De zaak ERE staat ook bekend onder de namen het ERE-schandaal van Andalusië en de Zaak Reptielenfonds (Caso del fondo de reptiles). Een ERE (expediente de regulación de empleo) is een reorganisatieregeling voor noodlijdende ondernemingen die hun bedrijf hopen te redden door gedwongen ontslagen. De ERE voorziet in ontslagvergunningen, toekenning van vergoedingen en een sociaal plan (FOGASA) voor werknemers die ontslagen of vervroegd met pensioen gestuurd worden.

 

In 2001 opende de deelregering van Andalusië, destijds o.l.v. PSOE-minister Manuel Chaves en later José Antonio Griñán, hiervoor een speciaal fonds, de Partida 31L, waaruit gedurende tien jaar vergoedingen werden uitgekeerd.

 

Waar

 

De zaak speelt in Andalusië.

 

Verdenking

 

De betrokkenen worden ervan verdacht publieke gelden op frauduleuze wijze te hebben uitgekeerd en daarmee familie, vrienden en andere personen uit de eigen kring te hebben bevoordeeld.

 

Met medeweten van de verdachten zouden er ontslagvergoedingen zijn uitgekeerd aan werknemers die nooit bij het betreffende bedrijf gewerkt hadden. Ook zouden bedrijven die geen recht hadden op een ERE toch financiële steun ontvangen hebben en werd er onterecht commissie betaald aan bemiddelaars tussen overheid en werknemers.

 

Behalve van fraude zou er ook sprake zijn van omkoping, valsheid in geschrifte en ambtsovertredingen.

 

Om hoeveel geld gaat het

 

Er wordt nog onderzocht hoeveel van de 1.217 miljoen euro door het 31L-fonds uitgekeerde geld niet op de juiste plek is terechtgekomen. Vermoedelijk is met zo’n 140 miljoen euro gefraudeerd.

 

Betrokken partijen

 

Naast zeven hoge ambtenaren van het ministerie van Werkgelegenheid bevinden zich onder de verdachten ook ondernemers, PSOE-politici, vakbondsleiders en bankmedewerkers.

 

De twee hoofdverdachten

 

Deze week begint de rechtszaak van het Hooggerechtshof tegen twee ex-premiers van Andalusië. Tevens wordt onderzocht in hoeverre Gaspar Zarrías, Mar Moreno en José Antonio Viera betrokken zijn bij de corruptiezaak.

 

Manuel Chaves, voormalig premier van Andalusië (PSOE,1990-2009) wordt gezien als het hoofd van het corruptienetwerk en wordt beschuldigd van ambtsmisdrijven en misbruik van publiek geld.

 

José Antonio Griñán, voormalig premier van Andalusië (PSOE, 2009-2013) en regiominister van Financiën en Economische Zaken (2004-2009) is de tweede grote naam in deze zaak en wordt van dezelfde vergrijpen verdacht. 

 

Meer verdachten: politici en ambtenaren

 

Magdalena Álvarez, voormalig regiominister van Financiën en Economische Zaken (PSOE, 1994-2004) wordt gezien als een van de initiatiefnemers in de corruptiezaak. Onlangs werd een opgelegde borgsom van 29,5 miljoen euro ingetrokken.

 

Carmen Martínez Aguayo, voormalig regiominister van Financiën (PSOE, 2009-2013). 

 

Manuel Recio, voormalig regiominister van Werkgelegenheid (PSOE, 2010-2012) en huidig parlementslid. Hij is vooralsnog niet in staat van beschuldiging gesteld.

 

Antonio Fernández García, voormalig PSOE-regiominister van Werkgelegenheid, wordt verdacht van misbruik van publiek geld, fraude, ambtsovertreding, omkoping en valsheid in geschrifte.

 

Francisco Javier Guerrero, voormalig algemeen directeur van Werkgelegenheid, wordt verdacht van omkoping, witwassen, valsheid in geschrifte en het frauduleus toekennen van vergoedingen aan mensen uit eigen kring. Hij is twee keer op borgtocht vrijgekomen.

 

Dan is er nog een hele lijst aan socialistische ex-burgemeesters, waaronder Rafael Rosendo (El Pedroso), Antonio Rivas (Camas) en Ángel Rodríguez de la Borbolla (Cazalla de la Sierra).

 

Verdachte gemeenteraadslieden zijn onder andere José María Sayago en Rafael Rosendo (El Pedroso), Ramón Polo (Jaén) en José Antonio García Prieto (Sevilla).

 

Meer verdachten: vakbondslieden

 

Juan Lanzas, voormalig vakbondsleider van de UGT, zou ontslagvergoedingen opgestreken hebben voor functies die hij nooit betrokken heeft. Verder wordt hij verdacht van misbruik van publiek geld, valsheid in geschrifte en omkoping.  Hij zit vast in voorlopige hechtenis.

 

José Luis Montesinos, secretaris-generaal van textielvakbond FITEQA-CCOO.

 

Francisco Fernández Sevilla, secretaris-generaal van de UGT-A.

 

Ook worden verdacht Gonzalo Fuentes (CCOO), Enrique Manuel Jiménez (CCOO), Juan Antonio Caravaca (CCOO), Salvador Mera (UGT) en Manuel Morales (MCA-UGT).

 

Meer verdachten: ondernemers en bankwezen

 

Genoemd worden onder meer Braulio Medel, directeur van Unicaja en José María Bueno Lidón, voormalig directeur van El Monte. 

 

Bekende verdachte ondernemers zijn onder andere José González Mata (Uniter), José María Ruiz-Mateos en zes van zijn zonen. Ook enkele directieleden van Altadis en de Grupo Barbadillo worden verdacht.

 

Andere belangrijke namen in de zaak

 

Rechter Mercedes Alaya staat door haar manier van werken bekend als de IJzeren Dame van Justitie, wellicht door haar vasthoudendheid en afstandelijkheid, maar misschien ook vanwege haar werklust en intelligentie. Ze werkt in deze zaak nauw samen met de openbaar aanklager anti-corruptie.

 

Staat van beschuldiging en veroordeling

 

Deze week opent het Hooggerechtshof de zaak tegen Chaves en Griñán. Van de overige verdachten zitten er een aantal in voorlopige hechtenis (Lanzas, Pascual, Mata, Vaqué, Leal del real) en anderen zijn op borgtocht vrij, in afwachting van het proces (Fernandéz, Guerrero, Trujillo, Albarracín, Sierra, Algarín).

 

Andere corruptiezaken in Spanje

 

Lees over andere in deze serie besproken corruptiezaken:

Wie is wie in corruptiezaak Nóos

Wie is wie in corruptiezaak Púnica

Dit vind je misschien ook leuk