In een eerdere uitspraak in 2011 concludeerde het Hof van Justitie dat er nog steeds 43 steden of stedelijke gebieden in Spanje met een bevolking van 15.000 personen of meer niet aan de Europese maatstaven voldeden. Dit terwijl lidstaten al vanaf 2001 moesten beschikken over een adekwate opslag en behandeling van stedelijk afvalwater. Dat betekent dat 18 jaar na het verstrijken van de deadline nog steeds negen gemeenten hieraan niet voldoen. Die termijn van de inbreuk wordt gezien als een verzwarende omstandigheid.
Spanje kreeg vervolgens 2013 als nieuwe deadline om aan de richtlijn te voldoen, maar deze verliep ook en 17 plaatsen loosden nog steeds afvalwater zonder juiste behandeling. Bij de nu gegeven boete hoort ook een betaling van 11 miljoen euro extra boete voor elke periode van zes maanden vertraging in het voldoen aan de richtlijnen.
Desondanks zijn er nog steeds 9 gemeenten die in gebreke blijven. 7 daarvan liggen in Andalusië: Matalascañas, Alhaurín el Grande, Isla Cristina, Tarifa, Coín, Nerja en Barbate, 1 ligt in Asturië: Gijón en 1 op de Canarische Eilanden: Valle de Güímar.
Volgens het Ministerie van Ecologische Transitie maakt de huidige planning met betrekking tot waterzuiveringsinstallaties het onmogelijk voor deze gemeenten om vóór 2022 aan de richtlijn te voldoen. De laatste zal Barbate zijn, aan de Atlantische kust in Cádiz. Wel heeft het ministerie duidelijk gemaakt dat men werkt aan een nieuw actieplan om zaken te versnellen.
Lokale autoriteiten zijn in dit opzicht bevoegd en krijgen daarbij hulp van regionale overheden, tenzij er een nationaal belang is toegewezen. Dan komt de staat erbij. In Andalusië vallen vier zaken onder de regionale regering en drie zijn toegewezen aan de landelijke overheid.
De EU gaat elke zes maanden controleren en de sanctie zal worden verminderd al naar gelang de vooruitgang die is geboekt.