Else Beekman
Meer dan vier maanden na de verwoestende overstroming in de provincie Valencia is het dodental opnieuw gestegen. Een rechter heeft het overlijden van een vrouw met leukemie, die door de gevolgen van de ramp niet de nodige medische zorg kreeg, officieel erkend als het 228ste slachtoffer. Het aantal vermisten blijft op drie staan.
De vrouw, geïdentificeerd als M.I.P.R., woonde in het zwaarst getroffen gebied en was afhankelijk van dagelijkse bloedtransfusies en zuurstoftoediening. Door de onbereikbaarheid van medische voorzieningen in de dagen na de overstroming kon zij niet de nodige behandelingen krijgen. Ze overleed op 12 november. Dit maakt haar, volgens het vonnis van rechter Nuria Ruiz Tobarra, het 228ste officiële slachtoffer van de natuurramp.
Verantwoordelijkheid van overheidsfunctionarissen onderzocht
De juridische nasleep van de overstroming neemt serieuze vormen aan. Rechter Ruiz Tobarra heeft voormalig regionaal minister van Noodhulp, Salomé Pradas, en haar plaatsvervanger, Emilio Argüeso, als verdachten aangemerkt. Zij werden al enkele weken na de ramp ontslagen, maar de nieuwe ontwikkelingen roepen vragen op over hun rol in het falen van het crisismanagement.
Centraal in het onderzoek staat de late verzending van het Es-Alert waarschuwingsbericht. Dit werd pas om 20:11 uur verstuurd, terwijl de regio al tientallen doden telde. Bovendien vond de noodvergadering van de hulpdiensten (Cecopi) te laat plaats om nog tijdige preventieve maatregelen te treffen. Hierdoor waren veel inwoners zich niet bewust van het naderende gevaar.
Hartverscheurende verhalen uit de rampnacht
De juridische documenten beschrijven gruwelijke details van de nacht van 29 oktober. Veel slachtoffers kwamen om in hun garages of op de benedenverdiepingen van hun woningen. Ze wisten simpelweg niet dat het gevaar zo dichtbij was en ze zich naar hogere verdiepingen moesten verplaatsen.
Een van de schrijnendste gevallen is dat van Janine, een 26-jarige zwangere vrouw die slechts twee dagen verwijderd was van haar zwangerschapsverlof. Zij raakte ingesloten in haar auto op een industrieterrein en werd uiteindelijk, samen met anderen, door een omvergeslagen ijzeren container in het kolkende water gesleurd. Haar lichaam werd vier dagen later gevonden in een nabijgelegen veld.
Ook het drama van Débora en haar vriend Carlos, die probeerden hun voertuig uit een ondergelopen garage te redden, is aangrijpend. Ze waren zich nauwelijks bewust van de ernst van de situatie totdat ze plotseling werden verrast door het stijgende water. Ze waren twee van de zeven mensen die in dezelfde garage omkwamen.
Zoektocht naar drie vermisten gaat door
De Guardia Civil zet haar zoekacties naar de drie vermisten voort in Pedralba, Montserrat en het barranco del Poyo, de gebieden waar deze personen vermoedelijk voor het laatst zijn gezien. Speciale eenheden, waaronder het Bergreddingsteam (GREIM), werken onder moeilijke omstandigheden om aanwijzingen te vinden.
Volgens teamleider Iván López is de kans op een doorbraak klein, maar blijft de hoop bestaan: “De aarde is inmiddels zo compact dat lichamen niet zomaar zichtbaar zijn, maar we geven de zoektocht niet op.” De eenheid werkt met speurhonden en geavanceerde apparatuur om het terrein uit te kammen. Ondanks de uitdagingen is de belofte van de reddingswerkers duidelijk. Een van hen zegt in Las Provincias: “De zoektocht wordt niet stopgezet totdat we antwoorden hebben voor de families van de vermisten.”