
Aanvankelijk leek het ministerie van Werkgelegenheid het SMI met 31 euro te gaan verhogen tot 996 euro per maand, maar dit is uiteindelijk 35 euro geworden. Dat is een belangrijk verschil, omdat hiermee tegemoet is gekomen aan de eis van de vakbonden die om een verhoging tot 1000 euro hadden gevraagd.
Dit bedrag zal, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari, 14 keer per jaar worden uitgekeerd waarmee werknemers met een SMI een jaarinkomen hebben van 14 duizend euro bruto.
Werknemers- en werkgeversorganisaties hebben tot woensdag de tijd gekregen om intern de voorgestelde salarisverhoging te bespreken. Woensdag om 17:00 zal bekend worden of alle partijen zich in het voorstel van het ministerie kunnen vinden.
Tevreden
De twee grootste vakbonden van Spanje, CCOO en UGT, legden bij de onderhandelingen een duidelijke eis op tafel: het SMI moet verhoogd worden tot 1000 euro. Minister Díaz van Werkgelegenheid heeft laten weten tevreden te zijn dat zij aan deze eis heeft kunnen voldoen, ondanks dat zij ook de belangen moest meewegen van de werkgeversorganisaties.
De eis van secretaris-generaal Pepe Álvarez van de UGT dat het voorstel nog deze woensdag behandeld zou worden in de ministerraad is echter van de hand gewezen. Volgende week woensdag zal de ministerraad besluiten of het tot een definitief akkoord komt tussen de overheid en de vakbonden. Bij het akkoord dat in september was bereikt voor een verhoging van 15 euro, stelden de vakbonden als voorwaarde dat er per 1 januari 2022 opnieuw een verhoging zou komen waarmee het maandbedrag op vier cijfers zou uitkomen. Toen heeft minister Díaz al toegezegd aan deze voorwaarde tegenmoet te zullen komen.
60 procent van gemiddelde inkomen
De Spaanse overheid, werkgevers- en werknemersorganisaties zijn bij die onderhandelingen een ‘progressieve herziening’ van het SMI in 2022 en 2023 overeengekomen. Dat betekent dat het SMI uiteindelijk uitkomt op 60 procent van het gemiddelde salaris, nog voor het einde van deze regeerperiode. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan hetgeen is vastgelegd in het Europees Sociaal Handvest en wordt een eerdere belofte van de coalitie ingelost.
Nadelig voor werkgelegenheid?
Ook zonder akkoord van de werkgeversorganisaties zal bij groen licht in de ministerraad de verhoging van het SMI met terugwerkende kracht een feit zijn. Voorzichter Antonio Garamendi van bedrijvenorganisatie CEOE heeft laten weten geen voorstander te zijn van de voorgestelde verhoging omdat dit nadelige gevolgen zou hebben voor de werkgelegenheid. Met name de kleinere bedrijven zijn de crisis nog niet te boven en kunnen zich deze loonsverhoging niet permitteren. Garamendi benadrukt dat in de afgelopen drie jaar het SMI al met 30 procent omhoog is gegaan en dat 8 van de 17 autonome regio’s als een SMI hebben van meer dan 60 procent van het gemiddelde inkomen.
De adviescommissie die het ministerie van Werkgelegenheid adviseert over het SMI heeft echter aanbevolen dit minimumloon tot 2023 te verhogen naar 1.049 euro. Minister Díaz heeft altijd gezegd zich te zullen houden aan de adviesrapporten die deze commissie uitbrengt.