Tussen 1993 en 2020 kwamen ruim dertig pelgrims om het leven tijdens hun tocht te voet of per fiets naar Santiago de Compostela. Het ging vooral om verkeersslachtoffers langs de verschillende routes. Anderen overleden aan de gevolgen van een hartinfarct of andere klachten na de overmatige inspanning.
Hoewel de veiligheid langs de verschillende routes naar Santiago de laatste jaren flink is verbeterd, gaat de Galicische regering hier toch 40 miljoen euro in investeren. Het project richt zich met name op het scheiden van pelgrims en verkeer langs wegen waar beiden samenkomen, om ongelukken te voorkomen.
In die gevaarlijke zones gaat de regioregering op negentig belangrijke punten alternatieve voetpaden aanleggen. Ook zal ze de bewegwijzering verbeteren. Dit geldt voor 150 kilometer van verschillende pelgrimsroutes, waaronder de Portugese en Engelse Camino. De eerste werkzaamheden starten in oktober in plaatsen zoals A Sionlla, Abegondo, en Caldas de Reis.
Zo is het plan van de overheid om bijvoorbeeld in A Sionlla, nabij Santiago, een nieuw pad aan te leggen parallel aan de N-550, dat langs de rivier zal lopen. In Abegondo (Engelse route) wordt een veilig alternatief pad gebouwd langs het Mero-riviergebied. Ook in Caldas de Reis (Portugese route) komt er een voetpad naast de N-550 in het Carracedo-gebied.
Vergroting van de veiligheid
Volgens Alfonso Rueda, president van Galicië, is het project bedoeld om pelgrims weg te houden van gevaarlijke verkeersgebieden. De stroom pelgrims neemt jaarlijks toe met 13%, en dit plan zorgt ervoor dat mensen de Camino in de best mogelijke veiligheid kunnen voltooien. Het project is een directe reactie op de toenemende gevaren voor pelgrims die momenteel naast of op drukke wegen lopen, wat regelmatig voor gevaarlijke situaties zorgt.
Lees ook: Wat is er aan de hand op de Camino de Santiago?