Facua-Consumidores en Acción heeft een klacht ingediend tegen vier grote pretparken bij het Spaanse Ministerie van Sociale Rechten, Consumentenzaken en Agenda 2030. Het gaat om de attractieparken Isla Mágica (Sevilla), Parque Warner (Madrid), Port Aventura (Salou) en Terra Mítica (Benidorm).
De consumentenorganisatie stelt dat deze parken bezoekers verbieden om eigen eten en drinken mee te nemen, waardoor ze consumpties moeten kopen tegen aanzienlijk hogere prijzen binnen het park.
In strijd met consumentenwetgeving
Volgens Facua is dit verbod in strijd met het Koninklijk Besluit 1/2007 van 16 november, waarin de Algemene Wet ter Bescherming van Consumenten en Gebruikers is vastgelegd. De organisatie heeft daarom de Algemene Directie Consumentenzaken verzocht om een sanctieprocedure tegen de vier parken te starten.
Volgens Facua is het verbod niet gebaseerd op legitieme redenen zoals veiligheid of hygiëne, maar puur uit economische motieven. Bezoekers zouden hierdoor hun keuzevrijheid verliezen en financieel benadeeld worden.
Hoe gaan andere Europese pretparken om met eigen eten en drinken?
De organisatie heeft ook gekeken naar de praktijken van andere grote Europese themaparken. In Disneyland Parijs, Parc Astérix (Frankrijk), Europa-Park (Duitsland), Legoland Windsor Resort (Verenigd Koninkrijk) en Tivoli (Denemarken) is het wél toegestaan om eigen eten en drinken mee te nemen. Facua benadrukt dat deze parken geen misbruik maken van hun toegangsrecht.
Ongefundeerde redenen en gebrek aan transparantie
Parque Warner beroept zich op “hygiëne en veiligheid” als reden voor het verbod, terwijl Terra Mítica spreekt van “gezondheid, hygiëne en voedselveiligheid”. Isla Mágica en Port Aventura geven echter geen enkele reden voor hun beleid. Volgens Facua zijn deze motieven niet gerechtvaardigd en dienen ze slechts om de winst te verhogen.
Indirecte verkoop van diensten
Facua benadrukt dat de hoofdactiviteit van deze pretparken bestaat uit recreatie, en dat horeca een aanvullende dienst is. Omdat eten en drinken in het park alleen is toegestaan als het ook daar gekocht is, zijn bezoekers indirect verplicht om gebruik te maken van deze aanvullende dienst. Dit leidt tot een onevenwichtige contractuele relatie en dat is een inbreuk op de rechten van de consument.
Wettelijke gronden voor de klacht
De organisatie beroept zich op artikel 86.7 van de consumentenwet, waarin misbruikpraktijken worden omschreven die de rechten van consumenten beperken. Daarnaast noemt Facua artikel 82.1, dat oneerlijke clausules verbiedt die het evenwicht tussen partijen verstoren. Ook artikel 89.4 is volgens Facua van toepassing, omdat de parken ongevraagde aanvullende diensten opleggen door bezoekers te verplichten tot het kopen van eten en drinken binnen het park.