Dat blijkt uit een onderzoek van Esade Centre for Economic Policy (EsadeEcPol). In het onderzoeksverslag dat vandaag verschijnt pleit het EsadeEcPol voor een gelijkere verdeling van de steun zodat de armste kinderen er ook het meest van profiteren. Ook zou er een minimaal bedrag moeten worden vastgesteld voor heel Spanje, dat door de afzonderlijke regioregeringen nog kan worden verhoogd.
60 procent loopt steun mis
In het onderzoek is gekeken naar alle mogelijke toelagen voor gezinnen met schoolgaande kinderen, van subsidie voor schoolboeken tot schoolvervoer. Hierbij is de doelgroep in vijf groepen verdeeld, naar het inkomensniveau van de ouders. Geconcludeerd is dat er wel sprake is van een zekere progressiviteit, maar dat de huidige verdeling van de steun nog veel te wensen overlaat. Maar liefst 60 procent van de schoolgaande kinderen uit de armste gezinnen loopt de overheidssteun mis.
Van de kinderen uit de laagste inkomensgroep profiteert 41,3 procent van minimaal een van de beschikbare overheidstoelagen. Voor de groep daarboven is dat 30,4 procent. In de derde en middelste groep krijgt 22 procent een toelage, in de vierde groep 22,8 procent en in de rijkste groep is dat nog steeds 13,2 procent.
Het feit dat er nog altijd te veel gezinnen zijn die recht hebben op overheidssteun, maar hier desondanks niet van profiteren doet zich overigens niet alleen in Spanje voor. Volgens diverse onderzoeken van de Europese Commissie is dit in heel Europa een bekend fenomeen.
Schaamte
In Spanje lopen gezinnen op de armoedegrens de steun vaak mis uit onwetendheid over het bestaan ervan, over de manier waarop de steun moet worden aangevraagd of uit schaamte voor het etiket ‘arm’. Alleen al als het gaat om een bijdrage aan de schoolmaaltijden, lopen volgens Save the Children Spanje meer dan een miljoen kinderen die er recht op hebben deze toelage mis.
De kosten voor gezinnen met schoolgaande kinderen bedragen bij de aanvang van het nieuwe schooljaar voor peuters 100 euro, voor kleuters 210, voor basisschoolleerlingen 328, voor leerlingen in de onderbouw van de middelbare school 398 en in de bovenbouw van de middelbare school 474 euro.