Het onderzoek naar Salomé Pradas over de overstroming in Valencia in 2024, waarbij 228 mensen om het leven kwamen, leidt tot groeiende politieke en maatschappelijke spanningen. De voormalige minister van Justitie en Binnenlandse Zaken van de regio Valencia ligt onder vuur vanwege haar vermeende rol in de ramp op 29 oktober. Er worden nog altijd enkele personen vermist.
Onderzoek in volle gang
De onderzoeksrechter in Catarroja heeft op 10 maart zowel Pradas als haar tweede man, Emilio Argüeso – voormalig staatssecretaris voor Noodhulp – officieel als verdachten aangemerkt. Beiden worden verdacht van dood door schuld (met een maximumstraf van vier jaar) en van onopzettelijke verwondingen (maximaal drie jaar cel).
In dezelfde beschikking opende de rechter de mogelijkheid voor Carlos Mazón, president van de Generalitat Valenciana, om vrijwillig een verklaring af te leggen als verdachte. Hij weigerde echter. Een formele dagvaarding is nog steeds mogelijk, maar moet eerst worden goedgekeurd door het Hooggerechtshof van de regio Valencia (TSJCV).
Het onderzoek is nog gaande. Mogelijk worden in een later stadium ook andere betrokkenen gehoord, waaronder functionarissen van het meteorologisch instituut AEMET, waterschap Confederación Hidrográfica del Júcar (CHJ) en andere instanties.
Natuurramp, geen strafbaar feit
Pradas ontkent elke persoonlijke fout en heeft via haar advocaat verzocht om seponering van het strafrechtelijk onderzoek. Volgens haar gaat het om een tragische natuurramp, veroorzaakt door extreem en onvoorspelbaar weer – geen strafbaar feit, maar een zaak die thuishoort in het bestuursrecht.
“Ik word als zondebok gebruikt”
In haar verdediging noemt Pradas zichzelf een “zondebok”. Ze benadrukt dat ook andere instellingen betrokken waren bij het crisisbeheer, zoals de nationale overheid in de regio, AEMET en de waterbeheerder CHJ.
Daarnaast wijst ze op het ontbreken van duidelijke protocollen voor samenwerking tussen hulpdiensten en het noodnummer 112. Volgens haar leidde dit gebrek aan afstemming op het cruciale moment tot verwarring, waar snelle coördinatie essentieel was.
Gebrek aan onderhoud verergerde de schade
Volgens Pradas’ advocaat is er ook sprake van structurele tekortkomingen. Zo zouden eerdere regeringen nalatig zijn geweest in het onderhoud van waterwerken, waaronder de Rambla de Bétera en de Barranco del Poyo. Ook wijst de advocaat op uitgestelde afwateringswerken in het dorp Cheste, die al sinds 2005 gepland stonden.
Volgens Pradas was niet de regen zelf, maar juist het ontbreken van een goede infrastructuur de belangrijkste oorzaak van de ramp.
Waarom wordt Pradas vervolgd en Mazón niet?
Een veelgestelde vraag is waarom het strafrechtelijk onderzoek zich richt op Pradas, en niet op Carlos Mazón. Het antwoord ligt in de verdeling van bevoegdheden. Pradas was als regiominister verantwoordelijk voor rampenbestrijding, noodcommunicatie via 112 en het waarschuwingssysteem ES-Alert. Deze systemen faalden op de dag van de ramp.
Mazón daarentegen is weliswaar politiek eindverantwoordelijk, maar was niet betrokken bij de uitvoering van noodmaatregelen. Zolang er geen aanwijzingen zijn voor opzettelijke nalatigheid of directe betrokkenheid, blijft hij buiten het strafrechtelijk onderzoek.
Toch ligt Mazón onder politieke en maatschappelijke druk. Critici verwijten hem gebrekkig leiderschap en een gebrek aan transparantie in de nasleep van de ramp, die zoveel doden kostte.
Voortgang van de zaak nog onzeker
Het is nog onbekend of de rechter zal ingaan op het verzoek van Pradas tot seponering. Tot die tijd blijft zij volhouden dat zij correct heeft gehandeld binnen haar functie, en dat de ramp het gevolg was van een systeemfout – niet van individueel falen.
Lees ook: Mazón blijft ontkennen: rechter weerlegt ‘informatieblack-out’ rond DANA-ramp