Spaanse jongeren vormen dan wel best opgeleide generatie, ze hebben de minste financiële zekerheid. Jonge werknemers verdienen, gecorrigeerd voor inflatie, een stuk minder dan hun ouders op dezelfde leeftijd. Dit maakt het moeilijker om stappen te zetten die voor eerdere generaties vanzelfsprekend waren, zoals een eigen huis kopen, zelfstandig wonen of spaargeld opbouwen.
Het Spaanse Nationaal Instituut voor de Statistiek (INE) berekende dat het gemiddelde jaarsalaris in Spanje in 2023 28.049 euro bedroeg. Voor jongere werknemers ligt dit bedrag een stuk lager. Millennials en generatie Z verdienen niet alleen minder dan babyboomers op hun leeftijd, ze hebben ook vaker tijdelijke contracten en moeten leven met hoge woonkosten. Volgens Eurostat verdienen 30-jarigen nu gemiddeld 20% minder dan hun ouders op diezelfde leeftijd, gecorrigeerd voor inflatie.
Vooral hoogopgeleiden ondervinden problemen: meer dan een derde werkt in een baan waarvoor hun diploma eigenlijk niet nodig is.
Loonkloof tussen generaties binnen Europa
In de EU ligt het gemiddelde salaris op 37.863 euro per jaar. Duitsland, Frankrijk en Denemarken gaan zelfs over de 50.000 euro heen. Spanje en Italië blijven onder dit gemiddelde. Landen als Bulgarije en Hongarije kennen nog lagere lonen.
Hoewel het minimumloon in Spanje in 2025 is gestegen naar 1.184 euro per maand (14 betalingen per jaar), blijft een aanzienlijk deel van de jonge zelfstandigen moeite hebben om rond te komen. Een op de drie verdient minder dan deze drempel.
Zelfstandig wonen steeds moeilijker
Door de lage lonen is zelfstandig wonen voor veel jongeren financieel onhaalbaar. Volgens de Spaanse Jeugdraad is slechts 14,8% van de jongeren zelfstandig, het laagste percentage sinds 2006.
Wie een huis wil kopen, moet ongeveer 16 jaar lang 20% van zijn jaarsalaris sparen om voldoende geld te hebben voor de aanbetaling. Ondertussen stijgen de huurprijzen razendsnel: in het eerste kwartaal van 2025 werd huur gemiddeld 12,2% duurder.
Vroeger konden jongeren makkelijker een woning kopen. In 1980 had 81% van de babyboomers een eigen huis vóór hun 42e. Nu geldt dat nog maar voor 67% van generatie X. Bij jongere generaties ligt dit percentage nog lager.
Arbeidsmarkt en vermogen onder druk
Veel Spaanse jongeren zien weinig kansen op de arbeidsmarkt. De jeugdwerkloosheid ligt met 24,7% het hoogst binnen de EU. Zes op de tien hoogopgeleide jongeren werken in banen onder hun opleidingsniveau.
Jeugdwerkloosheid blijft hardnekkig probleem in Spanje
Ook de vermogensopbouw stagneert. Uit onderzoek van de Banco de España blijkt dat iemand geboren rond 1960 op 45-jarige leeftijd een gemiddeld nettovermogen van 200.000 euro had. Voor generatie X is dat teruggelopen naar 107.000 euro. Jongeren onder de 40 hebben in veel gevallen nauwelijks vermogen opgebouwd.
Daarnaast neemt de vermogensongelijkheid toe. Oudere generaties vergroten hun bezit, terwijl jongeren minder spaargeld en meer schulden hebben. Dit maakt langetermijn-investeringen moeilijker.
Minder toekomstperspectief
Stijgende inflatie, hoge kosten en beperkte toegang tot krediet maken het financiële plaatje van jongeren extra onzeker. Voor het eerst hebben zij minder vooruitzichten en voelen ze zich armer dan de generatie voor hen.