Het zou gaan om 0,8 procent van de 16 miljoen werkenden op full time basis die Spanje op dit moment telt. Dit staat in een rapport dat de financiële instelling samenstelde over de impact op de arbeidsmarkt van de verhoging uit 2017. Hierin werd de berekening gedaan over de impact van de toename van SMI in 2017, toen het minimumloon met 8 procent omhoog ging tot 707,60 euro per maand. Nu merkt de Spaanse Bank wel op dat er een hogere mate van onzekerheid bij de berekening komt aangezien het minimumloon nooit eerder met 22,3 procent omhoog ging.
De verhoging tot 900 euro per maand in 14 betalingen zal zal het aantal werknemers dat door deze maatregel wordt getroffen ‘aanzienlijk verhogen ten opzichte van ervaringen uit het verleden’. Om precies te zijn schat de Spaanse Bank dat 12,7 procent van de door de maatregel geraakte werknemers zijn werk verliezen. 6,2 procent van alle werkenden op full time basis verdiende minder dan het nieuwe minimumloon. De schatting in 2017 was dat het slechts om 3,1 procent zou gaan.
De verhoging van het minimumloon zal 28 procent van de banen vernietigen voor werknemers tussen 45 en 64 jaar die minder dan 900 euro verdienen. Voor werknemers tussen 33 en 44 jaar zal het om 15,9 procent gaan en voor werknemers van 25 tot 32 jaar om 1,6 procent. Van de jongste werknemers (16 tussen 24 jaar) zal 2,2 procent zijn baan kunnen verliezen.
Onder jongeren verdient een op elke vier werknemers op full time basis minder loon dan het SMI vaststelt. Onder vrouwen zal de impact van de maatregel van de regering Sánchez ook harder aankomen met 8,5 procent ten opzichte van 4,9 procent onder mannen. Sectoren waar de maatregel de grootste negatieve gevolgen heeft zijn landbouw (11,1 procent) en de dienstensector (7,7 procent).