Dat het spannend gaat worden staat buiten kijf. Met de politieke nieuwkomers Podemos op links en Ciudadanos op rechts is in de peilingen het politieke landschap al behoorlijk opgeschud. Ook de PSOE begint zijn campagne met een nieuw gezicht als landelijke kandidaat-premier Pedro Sánchez.
Waar Podemos, aangevoerd door Pablo Iglesias, eerder dit jaar nog in de peilingen de PSOE van de tweede plek stootte, lijkt het momentum voor die partij even voorbij te zijn. Dit geldt niet voor de partij van het andere nieuwe gezicht Albert Rivera. Zijn Ciudadanos doet het erg goed. De partij werd in de Catalaanse verkiezingen de tweede grootste partij en won 11 zetels.
PP onder druk
De Partido Popular die tot 20 december nog de absolute meerderheid heeft, komt zodoende steeds meer onder druk te staan. Duidelijk is al wel dat Rajoy en de zijnen zich in hun campagne richten op de regerings-ervaring van premier Rajoy en vooral de spotlights richten op de verbeterde economie ten opzichte van het moment waarop de huidige premier nu bijna vier jaar geleden aantrad.
Voortdurend hamert men op de verbeterde werkgelegenheid. Hierbij geen aandacht vestigend op het feit dat de werkloosheid even hoog is als toen de PP begon. Het idee dat de PP nu wil uitstralen is dat als men kiest voor de PP men kiest voor een stabiele toekomst. Rajoy verwoordde het zelfs zo: als de PP de verkiezingen wint zal de beste regeringstermijn van de democratie aanbreken. Het land staat voor economisch gezien de beste jaren. De toekomst is rooskleurig mits de PP het land bestuurt. Kiest men voor een andere partij, dan zal dat de ondergang van wat tot nu toe is bereikt betekenen.
Positieve interpretatie
Dat hier nog wel wat op af te dingen valt, lees je in de commentaren in diverse kranten. Dat hier en daar de cijfers wel erg positief worden geïnterpreteerd is eveneens geen verrassing. Natuurlijk zijn er wel banen bijgekomen. Helaas gaat het daarbij vooral om seizoenswerk, tijdelijke en deeltijdbanen voor heel weinig geld.
Het gaat beter met de economie, dat klopt. Maar het gaat ook beter met de economie in de landen om Spanje heen en Spanje profiteert daarvan mee. Dat Spanje concurrerender is geworen is mede te danken aan het feit dat de arbeidskosten nu zo laag zijn, wordt er dan niet direct bij verteld. Dat door al die mensen die voor een schijntje werken en zelfs mét een baan nog op de rand van armoede leven de ongelijkheid tussen rijk en arm in Spanje flink is toegenomen, wordt ook niet benadrukt. Nog steeds zijn er bijna vijf miljoen mensen werkloos. Meer dan twintig procent van de beroepsbevolking. Om over de werkloosheid onder de jeugd maar niet te spreken die ruim boven de vijftig procent ligt.
Corruptieschandalen
Nog steeds duiken er dagelijks nieuwe corruptieschandalen op. Altijd wordt de hoofdrol daarin gespeeld door lieden in hoge posities die het niet konden laten hun eigen bankrekening, die al behoorlijk gevuld was, nog wat verder te spekken. Het gaat dan om leden van zowel de Partido Popular, de PSOE als van andere partijen.
Drie partijen strijd
Albert Rivera van Ciudadanos voorspelde dit weekend dat het bij de verkiezingen zal gaan tussen de drie partijen PP, PSOE en zijn eigen partij. Hij schakelt daarmee dus Podemos uit als mogelijke concurrent. In een bijeenkomst op zondag sprak Rivera geen enkel moment over Podemos. Verder vindt hij dat de PP ruimte zou moeten geven aan ‘een spannender project’ zoals dat van Ciudadanos en de PSOE zou moeten afstappen van ‘absurde, belachelijke en antieke debatten zoals die over de rol van religie in het onderwijs’. Rivera vervolgde met ‘er is geen partij die nu meer lijkt op de Spanjaarden dan Ciudadanos’.