Alle broden dienen minder zout te bevatten. Daarnaast moeten stokbroden of plakken brood binnen 24 uur nadat ze uit de oven zijn gekomen, verkocht worden. Verkopers kunnen aan deze verplichting alleen ontsnappen wanneer ze brood gescheiden van andere koopwaar verkopen.
Deze maatregelen werden afgelopen vrijdag goedgekeurd door de Spaanse ministerraad. Daarbij werd ook de btw (iva) op alles wat onder de noemer gewoon brood gevat kan worden verlaagd tot 4 procent. Om bij de verkoop van brood de aanduiding ‘moederdeeg’ te gebruiken mag nu ook geen industrieel gist meer worden toegepast.
Met de nieuwe wetgeving, die de bestaande wetgeving na 34 jaar vervangt, wordt de belasting op volkoren broodproducten en producten met een laag zoutgehalte verlaagd. Dit om de consumptie van gezond brood te stimuleren. Tot nu toe werden deze producten verkocht onder het iva-tarief van 10 procent. Bij brood waarin wel volkorenmeel zit, maar minder dan 100 procent, moet het percentage volkorenmeel op de verpakking worden vermeld.
Onder de voorgaande wetgeving was het minimale niveau van volkorenmeel dat een brood moest bevatten voordat het als ‘integral’ ofwel volkoren verkocht kon worden niet vastgesteld. Regelgeving hieromtrent verschilt in heel Europa. Zo is het in Nederland verplicht dat brood voor 100 procent volkoren meel bevat voordat het die aanduiding mag dragen. Duitsland vereist 90 procent en het Verenigd Koninkrijk 51 procent of meer.
Volgens een onderzoek van de universiteit in Valladolid was slechts 35 procent van de broden die in Spanje als volkoren broden werden verkocht ook werkelijk met 100 procent volkorenmeel bereid. Men kon al brood als ‘integral’ verkopen als er een klein percentage volkorenmeel in zat.
Brood dat nu in Spanje wordt onder de noemer ‘multicereal’ (meergranen) wordt verkocht, moet minstens drie of meer soorten meel bevatten en elke soort meel moet minimaal 10 procent beslaan van de totale hoeveelheid meel.