De salariskloof tussen mannen en vrouwen is niet alleen aanwezig, hij wordt zelfs steeds groter. Afgelopen week is een rapport gepresenteerd dat laten zien dat vrouwen € 4.745 minder verdienen en dat het verschil in pensioen wel 37 procent betreft. Deze gegevens komen uit het onderzoek Brecha salarial y techo de cristal (Salariskloof en glazen plafond) van de verenigde belastinginspecteurs (GESTHA) die vallen onder het Ministerie van Financiën van Spanje.
Conclusies uit het rapport
- Vrouwen verdienen minder en hebben minder vaak leidinggevende functies.
- Meer vrouwen dan mannen verdienen niet eens duizend euro per maand.
- Naarmate het jaarinkomen stijgt, worden ook de verschillen tussen de salarissen van mannen en vrouwen groter: Van de werknemers met een jaarinkomen boven de 140.000 euro is slechts één op de vijf vrouw.
- Naast het verschil in inkomen hebben vrouwen ook vaker te maken met onzekerheden binnen hun baan. Die onzekerheid steekt vaak de kop op als werkende vrouwen kinderen krijgen. Voor een werkgever zijn moeders duurder om in dienst te hebben in verband met zwangerschapsverlof en zorg voor de kinderen. De salariskloof wordt dan ook groter bij vrouwen tussen de 26 en 45 jaar. Vrouwen betalen hun ‘tol’ voor het krijgen van en de zorg voor hun kinderen. GESTHA spreekt over La factura de maternidad (de rekening van het moederschap).
- Een derde deel van de Spaanse werknemers zit onder het minimumloon (9.192,80 euro in 2016), het overgrote deel hiervan is vrouw. Ondanks dat het gemiddelde jaarinkomen van een vrouw 16.281 euro is, zitten bijna 3,2 miljoen vrouwen onder het minimumloon.
- Bij vrouwen tussen de 46 en 65 jaar wordt het verschil in salaris alleen maar groter. In deze leeftijdsgroep hebben vrouwen gemiddeld een derde van het salaris van hun mannelijke collega. Bij vrouwen boven de 65 jaar is hun salaris minder dan de helft van de mannelijke leeftijdsgenoten.
- Voor wat betreft de arbeidsintegratie; sinds 2005 zijn er 596.000 werkende vrouwen bij gekomen. Procentueel betekent dit een toename van het aantal vrouwen op de arbeidsmarkt van 2,8 procent in de afgelopen elf jaar.
Volgens deze gegevens is de verwachting dat – als er geen actie wordt ondernomen – de salarissen tussen vrouwen en mannen tot het jaar 2088 niet in balans zullen zijn. Voor de politieke partijen zou dit toekomstbeeld een stimulans moeten zijn om maatregelen te nemen tegen deze ongelijkheid en de salariskloof binnen een redelijke termijn te dichten.
Eerder genoemde cijfers laten een gemiddeld beeld van heel Spanje zien. Ook is er onderzoek gedaan naar de salarisverschillen tussen mannen en vrouwen per autonome regio:
- In Asturië is het verschil in salaris tussen mannen en vrouwen het grootst van heel Spanje. Vrouwen verdienen hier 38 procent minder dan mannen, wat neerkomt op maar liefst 6.228 euro minder.
- De Canarische eilanden doen het beter: Hier zijn de verschillen in salaris het kleinst. Vrouwen verdienen hier zestien procent minder dan hun mannelijke collega’s.
- In Extremadura, Andalusië, Aragón, de Canarische eilanden, Castilië-La Mancha, De Balearen, Murcia, Melilla, Asturië, La Rioja en Catalonië is de salariskloof kleiner geworden.
- In Ceuta en Madrid is het verschil in salaris zelfs een stukje groter geworden. Het verschil in Galicië is gelijk gebleven sinds 2005.
- De grootste verschillen in salarissen bij vrouwen tussen de 46 en 65 jaar zijn te vinden in Madrid, Asturië, Catalonië en Aragón. Vrouwen verdienen hier tussen dertig en vijftig procent van het salaris van mannen in dezelfde leeftijd.
Lager gemiddeld pensioen
De grote Spaanse vakbond UGT benadrukt dat de verschillen in salarissen niet alleen tijdens het werkzame leven bestaan, maar ook als de werknemers met pensioen gaan. Het gemiddelde pensioen voor mannen is 1.220,65 euro per maand, voor vrouwen is dat 768,54 euro per maand. De ‘genderkloof’ op pensioengebied is dus 37 procent.
De voorzitter van de vakbond UGT, Cristina Antoñanzas, presenteerde afgelopen maandag het rapport El sistema de pensiones agranda la brecha de género (Het pensioenstelsel vergroot de genderkloof). De belangrijkste conclusie uit dit rapport is dat Spaanse gepensioneerde vrouwen het financieel een stuk slechter hebben dan mannen: Vrouwen moeten zelfs een jaar langer werken om met pensioen te kunnen gaan. Vervolgens krijgen ze ook nog eens een veel lager pensioen dan de gepensioneerde mannen doordat ze hun loopbaan hebben moeten onderbreken of omdat ze – deels – parttime hebben gewerkt.
Op dit moment worden de hoogtes van de pensioenuitkeringen voor zowel mannen als vrouwen op dezelfde manier berekend. Omdat 73 procent van de parttimecontracten voor vrouwen waren, zijn de uitkomsten van de pensioenberekeningen niet eerlijk. Vakbond UGT geeft aan dat deze pensioenberekeningen voor mannen en vrouwen aangepast moet worden.