Op veel plekken in Spanje is water altijd een deel van het jaar een schaars goed geweest. Toch hoort de prijs voor water in het land bij de laagste in Europa. Hoe kan dat? En moet dat niet veranderen? Want is het niet ‘hoe goedkoper het water, hoe lager de prikkel om er zuinig mee om te springen?
In Spanje kost water gemiddeld 2,3 euro per kubieke meter. Dat bedrag ligt aanzienlijk lager dan in Europese landen die meer investeren in hun waterinfrastructuur. Een recente studie, uitgevoerd door de consultant Red2Red in opdracht van Facsa, legt een duidelijk verband bloot. Landen die meer voor water vragen, investeren ook meer in het optimaliseren van dit schaarse goed. Spanje, dat het water relatief goedkoop aanbiedt, loopt achter op het gebied van investeringen in verbeteringen.
Grote prijsverschillen per regio en gemeente
Ook zijn er grote prijsverschillen voor water tussen de verschillende regio’s. Dat blijkt uit recente rapporten van de Spaanse consumentenbond en de Europese federatie voor waterbedrijven. Uit het onderzoek bleek de prijs bij een jaarverbruik van 175 m3 in een huishouden van 4 personen te veriëren van 560 euro in Sevilla tot 157 euro in Palencia.
In Steden als Segovia, Cádiz, Palma, Alicante, Barcelona en Murcia is het water voor Spanje relatief duur met een jaarafrekening variërend van 411 euro tot 552 euro. Voor een kubieke meter water betaal je hier dus een bedrag tussen 2,3 euro en 3,2 euro. Het water is in die steden meer dan twee keer zo duur als in San Sebastián, Ávila, Lugo en León waar een kuub water ongeveer 1,10 euro kost. In Guadalajara, Ourense en Palencia betaal je voor dezelfde hoeveelheid zelfs minder dan een euro.
De politieke kosten van waterprijsverhoging
De Spaanse overheid is bang voor de politieke kosten die een prijsverhoging van water met zich mee zou brengen. Dat schrijft het financiële katern Invertia van El Español. Al vereist Europese regelgeving dat de prijs alle kosten dekt. Dit leidt ertoe dat noodzakelijke investeringen in het netwerk en nieuwe infrastructuur uitblijven. Na Malta en België staat Spanje staat op de derde plaats in Europa wat betreft waterstress.
Lage waterprijs, lage investeringen
De Spaanse waterprijs van gemiddeld 2,3 euro per kubieke meter staat in schril contrast met landen als Denemarken. Daar loopt de prijs op tot 9,3 euro per kubieke meter. Denemarken investeert ook aanzienlijk meer in hun waterinfrastructuur. De lage prijs in Spanje zet consumenten en bedrijven er niet snel toe aan zuinig om te springen met water. Bovendien is er sprake van een lage efficiëntie in waterbeheer.
Noodzaak tot actie
De studie benadrukt de urgentie van investeringen in waterinfrastructuur. Ook moeten bestaande faciliteiten worden vernieuwd om de efficiëntie te verhogen. Bovendien wordt het belang van investeringen in niet-conventionele waterbronnen, zoals hergebruik en ontzilting, onderstreept. Daarmee kan de impact van zoetwaterschaarste worden verminderd. Zonder vooruitgang zal het waterbeheersysteem in Spanje onhoudbaar worden.
Verschillende watergebruiken
Landbouw is verantwoordelijk voor het grootste deel van het waterverbruik in Spanje (80%). Dan volgt huishoudelijk gebruik (15,5%). Ondanks de afname van de beschikbaarheid van water in stedelijke gebieden sinds 2005, blijven de verliezen in de stedelijke watervoorziening aanzienlijk, met een gemiddelde van 23%.
Op naar een duurzame toekomst
Experts pleiten voor een tariefstructuur die hetzelfde is voor heel Spanje. Die moet in elk geval de operationele kosten en investeringen dekken. Ook wordt de oprichting van een Nationaal Waterfonds voorgesteld om investeringen te faciliteren, in samenwerking met de private sector. Dit zou de weg vrijmaken voor het kunnen uitvoeren van essentiële projecten zoals nieuwe zuiveringsinstallaties en het verbeteren van leidingen om verliezen te verminderen.
De studie concludeert dat Spanje dringend zijn waterbeheer moet aanpassen. Geconfronteerd met hoge waterstress en de gevolgen van klimaatverandering moet zowel de vraag als het aanbod efficiënter worden beheerd. Regio’s zouden hiertoe onderling solidair moeten zijn. De infrastructuur moet vernieuwd worden met een duidelijke focus op innovatie en digitalisering om een duurzame toekomst te waarborgen.