Ook in de Spaanse media is er volop aandacht voor de eventuele afschaffing van de wintertijd. De Spaanse regeringswoordvoerster, Isabel Celaá, heeft vorige week gemeld dat het onderwerp op de politieke agenda staat. Dit als antwoord op de vraag of er een mogelijkheid bestaat dat Spanje, naar aanleiding van het voorstel van de Europese Commissie om de wintertijd af te schaffen, eveneens de huidige tijd wil veranderen.
Berlijnse tijd in Spanje
Beter gezegd gaat het om de vraag of Spanje bereid is om de huidige tijdzone permanent te wijzigen. Spanje zou namelijk eigenlijk een andere tijdzone moeten volgen. Tot aan de Tweede Wereldoorlog liep de Spaanse klok gelijk met die van Groot-Brittannië en Portugal. Dat veranderde in 1942, toen dictator Francisco Franco besloot dezelfde tijd aan te houden als Duitsland. Spanje zou dus dezelfde tijd moeten hebben als Portugal en de Canarische Eilanden. Precies gezegd: Spanje zou de GMT+1 (Londen en Portugal) moeten volgen en hanteert op dit moment GMT+2, waardoor het er ’s morgens tot later donker en ’s avonds tot later licht is.
Sánchez zet deur op een kier
Premier Pedro Sánchez heeft afgelopen vrijdag vanuit Costa Rica, waar hij op werkbezoek was, aangekondigd dat hij een ‘eventuele’ wijziging van de tijdsindeling door een onafhankelijke commissie zal laten analyseren. Als de commissie eenmaal heeft vastgesteld wat de voordelen van een dergelijke wijziging zijn, zal Sánchez streven naar de meest maximale politieke consensus om een dergelijke verandering aan te nemen. Hij benadrukte daarbij dat het om ‘een belangrijke kwestie’ gaat.
Spaanse tijd op politieke agenda
“Over het algemeen zijn we het erover eens dat we niets gaan aanpassen als we niet genoeg voordelen zien om van de wintertijd over te schakelen naar de zomertijd. Daarover zijn we het met Juncker eens”, aldus Celaá na de vergadering van de Spaanse ministerraad afgelopen week. Maar ze gaat een stap verder door aan te geven dat de regering ook bereid is om het debat over de tijdzone te heropenen. Hoewel het onderwerp afgelopen vrijdag niet in de Spaanse ministerraad is besproken, garandeert Celaá dat “het onderwerp tijdszone op de agenda van de regering staat, evenals de discussie over de uitvoering ervan. Het zijn interessante vragen”.
Enkele ogenblikken daarvoor had de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken, Josep Borrell, ook al geopperd een andere tijdzone in te stellen die meer overeenkomt met de geografische ligging van Spanje. Hij benadrukte dat het voorstel over de afschaffing van de wintertijd in het Europees Parlement moet worden besproken, waarbij alle landen hun mening daarover zullen geven en uitleggen welke invloed een dergelijke wijziging heeft op het gezinsleven, de werktijden en het energieverbruik. “Mensen uit Lapland zullen hier anders over denken dan mensen uit Portugal”, aldus Borrell.
Economen, werkgevers en vakbonden zijn voorstanders
Tijdens het debat dat door Juncker was geopend, gingen er in Spanje verschillende stemmen op om de werktijden te rationaliseren. Met name werknemers pleiten daarvoor. Dit voorstel ligt al enkele jaren op tafel. Al in 2016 wilde toenmalig premier Mariano Rajoy dat werknemers om 18.00 uur zouden stoppen. Volgens deskundigen zou dit meer energie besparen dan bijvoorbeeld de huidige afwisseling van zomer- en wintertijd. Sindsdien – en ondanks de regeringswisseling – ligt de discussie over de werktijden niet stil.