Spanje zet in op meer off shore windparken en getijdenenergie

door admin
Spanje zet in op meer off shore windparken en getijdenenergie

Volgens het jaarboek Windenergie 2021 van de Spaanse vereniging voor Windenergie (AEE) heeft Spanje ongeveer 27,2 GW geïnstalleerd windvermogen op land. Daarmee is het land de nummer twee van Europa en de nummer vijf op de wereldranglijst als het om het opwekken van windenergie op land gaat.

Europa beschikte in 2020 over een totaal geïnstalleerd windvermogen van 220 GW (onshore en offshore). Hiermee werd 458 terawattuur aan duurzame elektriciteit opgewekt. Wat genoeg energie is voor 74 miljoen Europese huishoudens. De AEE benadrukte bovendien dat door deze duurzame manier van energiewinning ca. 271 miljoen ton minder CO2 werd uitgestoten.

Offshore windenergie

Op volle zee waait het harder, vaker en constanter. Met windturbines op zee kan meer energie worden opgewekt dan met windmolens op het vaste land. Europa heeft vandaag de dag 25 GW aan offshore windvermogen. De ontwikkeling van offshore windenergie in Spanje daarentegen staat nog in de kinderschoenen met enkel een paar prototypes van drijvende windturbines in testlaboratoria op de Canarische eilanden, in Baskenland en Cantabrië. Daar komt echter snel verandering in. Tenminste dat is wat de Spaanse regering voor ogen heeft.

Drijvende windturbines

Tegen 2030 wil Spanje tussen 1 en 3 gigawatt aan drijvende offshore windenergie realiseren en tot 60 MW aan energie uit water opwekken. Dit blijkt uit de ontwerp-routekaart voor de ‘ontwikkeling van offshore windenergie en mariene energie in Spanje’ die door het ministerie van Ecologische Transitie en Demografie gedurende de maand juli werd gepubliceerd.

De Spaanse kusten beschikken over een groot windpotentieel. Volgens een analyse van Global Wind Energy Council heeft Spanje een offshore windcapaciteit van maximaal 219 GW; 12 GW met een vaste constructie (zeebodem tot 50 meter diep) en 207 GW met een drijvende constructie (zeebodem van 50 tot 1000 meter diep).

Daarnaast blijkt uit de analyse dat de gebieden van de Costa Brava, de kusten bij de straat van Gibraltar en de Costa da Morte met een in totaal 6000 kilometer lange kustlijn uitermate geschikt zijn voor het opwekken van energie uit golven en getijden.

De realisatie van 1 tot 3 gigawatt aan drijvende windenergie tegen 2030 lijkt misschien een bescheiden streven. Dit is echter te verklaren, doordat offshore windturbines met een vaste constructie vanuit commercieel oogpunt op het moment het meest rendabel zijn. Deze kan echter alleen worden toegepast bij ondiepe zeebodems tot 50 meter. En dat is een diepte die aan de Spaanse kusten niet veel voorkomt.   

Spanje hub voor windindustrie

Een ander actiepunt op de routekaart is Spanje tot een hub voor de windindustrie te maken; een Europees innovatiecentrum op het gebied van hernieuwbare energiebronnen in het bijzonder de drijvende offshore windenergie. Het land wil baanbrekende technologie exporteren en hoogwaardige werkgelegenheid scheppen op een toekomstige markt. 

Hiervoor wordt tussen 2021 en 2023 in het kader van het herstel-, transformatie- en veerkrachtplan (PRTR) zo’n 200 miljoen euro uitgetrokken.

Windmolens op land of op zee?

Het verschil tussen windmolens op land of op zee zit hem vooral in de constructie, de installatie en onderhoudswerkzaamheden vanwege erosie en het corrosief vermogen van water. Dit is een van de grootste uitdagingen van de offshore windenergie. Een installatie op zee vereist gespecialiseerd materieel en uitstekend getraind personeel.

Een voordeel van windmolens op zee is dat de windturbines met grote schepen kunnen worden vervoerd. Hierdoor kunnen windparken op zee een vermogen hebben van tussen de 10 en 15 MW. Het vervoeren van windturbines op land is een enorme logistieke operatie, waarvoor speciaal transport is vereist. Windparken op land hebben daarom doorgaans een vermogen van 5 tot 8 MW.

Dit vind je misschien ook leuk