In de afgelopen negen jaar is de gemiddelde temperatuur in de herfstmaanden flink omhooggegaan vergeleken met de periode 1981 tot 2010. In de zomermaanden van de afgelopen negen jaar kwamen steeds meer hittegolven voor, zelfs twee keer zoveel als in de negen jaar daarvoor. Het aantal extreem koude dagen is sinds 1984 juist met 25% gedaald.
In de maand juni komen hittegolven zelfs tien keer vaker voor dan in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. September, oktober en november van dit jaar waren zelfs de warmste najaarsmaanden sinds 1880, het jaar dat de temperaturen voor het eerst werden bijgehouden. In de afgelopen drie jaar wordt in Spanje jaarlijks meer energie verbruikt voor het koelen van huizen en gebouwen in de zomermaanden dan voor het verwarmen ervan in de wintermaanden.
De temperatuurstijging in Spanje ligt boven de gemiddelde temperatuurstijging wereldwijd. Met name in het voorjaar en de zomer van de afgelopen tien jaar heeft deze stijging flink doorgezet, met nachttemperaturen die vaak boven de 25 graden lagen. Het aantal tropische nachten is in de tien grote Spaanse steden sinds 1984 vertienvoudigd.
Extreme warmte verhoogt sterftecijfer
Volgens AEMET hebben extreem hoge temperaturen een negatieve invloed op de gezondheid en kunnen bijvoorbeeld acute cardiovasculaire aandoeningen teweegbrengen. Uit een onderzoek dat AEMET uitvoerde samen met het Instituut voor Gezondheid Carlos III blijkt dat bij iedere hittegolf gemiddeld drie mensen meer overlijden.
Veel regen maar 2019 was toch een droog jaar
Over een trend kan nog niet echt gesproken worden, maar de regenval in het mediterrane gebied wordt de laatste jaren steeds heviger waarbij per 24 uur steeds grotere hoeveelheden neerslag gemeten worden. AEMET berekende dat in de Cuanca del Segura, in het zuidoosten van Spanje, dit decennium op vier dagen meer dan 50 liter per vierkante meter viel. In de periode tussen 1950 en 1989 kwam dit geen enkele keer voor.
Ondanks de natte herfst is 2019 voor Spanje een droog jaar geweest met gemiddeld 515 liter neerslag per vierkante meter (ter vergelijking: in Nederland valt jaarlijks gemiddeld 790 liter neerslag per vierkante meter). Daarbij was de regenval in enkele gebieden heel hevig en in andere gebieden regende het vrijwel niet. Het zuidoosten van Spanje kreeg met drie keer zoveel regen te maken als normaal terwijl in het zuidwesten en op de Canarische Eilanden maar de helft van de normale hoeveelheid regen viel.