Voor het eerst is iets meer dan de helft van de jongeren onder de 30 jaar in Spanje huurder. Dit geldt ook voor een derde van de huishoudens tussen de 30 en 44 jaar. Het betalen van een hypotheek is voor veel jongeren moeilijker geworden, ondanks dat huren vaak duurder is dan kopen in veel grote steden. De tijd die nodig is om voldoende te sparen voor een aanbetaling op een huis is de afgelopen dertig jaar met 36,7% toegenomen.
Kosten en demografische gegevens
In 2023 waren 75,1% van de huishoudens eigenaar van hun woning, terwijl dit percentage in 2024 daalde naar 73,6%. Daartegenover steeg het aandeel huishoudens dat markthuur betaalt van 15,4% naar 17%. Daarnaast woont 6,1% van de huishoudens in sociale huurwoningen en 3,4% huurt tegen een gereduceerde prijs.
Leeftijdsgroepen en huur
Bij jongeren tussen 16 en 29 jaar woont inmiddels 51,2% in een huurwoning. Het aandeel jongeren dat eigenaar is van hun woning is 27%, terwijl 14,5% in een woning woont die door familie of vrienden ter beschikking is gesteld. Onder de 30-44-jarigen is het aantal huurders gestegen van 29,6% naar 33,1%.
Eigenwoningbezit onder ouderen
Bij de 45-64-jarigen is 43,3% volledig eigenaar van hun woning, terwijl 33,1% nog een hypotheek heeft en 14,9% huurt. Onder 65-plussers is 82,3% eigenaar zonder hypotheek, 6,3% heeft nog een hypotheek, en 5,2% huurt.
Huurders met kinderen
Het aantal gezinnen met kinderen dat huurt is ook toegenomen. Voor gezinnen met twee volwassenen en één of meer kinderen is het percentage gestegen van 16,3% in 2023 naar 18,6% in 2024. Bij eenoudergezinnen nam dit percentage toe van 22,7% naar 24,3%.
Inkomensverschillen
Er is een aanzienlijke inkomenskloof tussen huurders en huiseigenaren. Het gemiddelde netto-inkomen van huurders steeg licht naar 17.323 euro, terwijl het gemiddelde inkomen van eigenaren 23.432 euro bedraagt. Huurders lopen ook meer risico op sociale uitsluiting, met een armoederisico van 31,8% tegenover 15% bij eigenaren.
Lees ook: Huurprijzen in Spanje veranderen in 2025 wat betekent dit