Dat zegt Salvador Marín, directeur Onderzoek van deze Algemene Raad van Economen in de krant Expansión. De oorlog heeft de reeds bestaande problemen van voorraadafbraak en energieproblemen verergerd, die worden overgedragen aan de hele keten. “Wat de invasie van Oekraïne doet, is alle problemen verergeren van een economie die al tekenen van zwakte vertoonde”, zei Marín.
Marín stelt dat alleen de neveneffecten van de oorlog een negatieve impact hebben op de economische groei van 1,5 punt. “Zonder de rest van de factoren toe te voegen” waarmee de Spaanse economie zich in een groeiscenario tussen 3, 7 en 3,9% zou bevinden.
Deze nieuwe omstandigheden, samen met de problemen die er al vóór de oorlog waren, ertoe hebben geleid dat de prijzen sinds een halve eeuw onbekende groeipercentages tonen. Zo stegen de prijzen van industriële producten in februari met 40,7% op jaarbasis als gevolg van de stijging van de brandstofprijzen. De stijging toont ook zo een tempo dat sinds de oliecrisis van 1973 niet meer is voorgekomen.
De Consumentenprijsindex (CPI) weerspiegelt ook deze sterke prijsstijgingen van grondstoffen, met een algemene inflatie van 9,8% in maart.
Volgens de berekeningen van de Raad van Economen zou het effect van de Russische inval in Oekraïne een extra impact op de inflatie hebben van twee punten. Marín noemt het “iets onbetaalbaars” voor de Spaanse economie.
De econoom acht het noodzakelijk om “deze storm te verzachten”, die zich uitstrekt tot grondstoffen zoals tarwe, zonnebloem, maïs en metalen zoals nikkel. Hieraan kan ook de zwakte van China worden toegevoegd, wat een impact heeft op de wereldwijde economie.
Openbaar bestuur moet voorbeeld stellen
De directeur van de afdeling Onderzoek van de Algemene Raad van Economen vindt het volgens het agentschap Efe nodig om voor oplossingen verder te kijken dan het zogenaamde “inkomenspact”. Naast werknemers en ondernemers moet ook het openbaar bestuur erin worden opgenomen. “Die moet een voorbeeld stellen”, evenals alle soorten inkomsten “op zoek naar gelijkheid”.
“Iedereen moet bijdragen”
Volgens Marín moet er en plan worden gemaakt van “hoe we Spanje over 5-10 jaar zien”. Hierivoor is “ieders inspanning” nodig, omdat de “samenleving moet inzien dat iedereen moet bijdragen”.
Genomen maatregelen slechts “zeer tijdelijke oplossing”
De maatregelen die de regering deze week heeft genomen, zijn “slechts een zeer tijdelijke oplossing”. “Er is onder economen een zekere consensus dat het de structurele problemen van onze economie niet aanpakt”, zegt Marín.
Lage effectieve kracht van maatregelen
Hij voorspelt bovendien dat “door de complexiteit van het moment, onze eigen begrotingstekorten en de verschillen in de prioritering van overheidsuitgaven”, de effectieve kracht van deze maatregelen “zeer laag zal zijn”.
Structurele hervormingen
De Spaanse economie heeft volgens Marín aanvullende zwakheden ten opzichte van die van de grote landen van de Europese Unie (EU). “We hebben niet alle tijd en voldoende middelen besteed an de noodzakelijke structurele hervormingen (arbeid, fiscaal en pensioenstelsel), en de overheidsuitgaven”.
Dreigende recessie
Marín verzekert dat “als dit scenario van oorlog en zonder overeenkomsten op middellange en lange termijn met een horizon van welvaart voor iedereen voortduurt”, de Spaanse economie in een recessie kan belanden. Met name als, in een context van stijgende rentetarieven, de druk van de inflatie wordt doorgesluisd naar de salarissen en wanneer de overheidsdiensten “hun broekriem niet aantrekken”.
“We hebben niet zoveel macht als Duitsland, dat ook veel beter gecontroleerde overheidstekorten en schulden had”. Dit is te wijten aan het feit dat Spanje niet te maken heeft gehad met productiviteitsverbeteringen of een significante fiscale hervorming. De fiscale druk in Spanje is heel hoog”.
Nog niet alle EU-fondsen gebruikt
Tegelijkertijd zegt Marín dat “het algemene gevoel is dat de verschillende overheidsinstanties nog niet klaar zijn met het inbrengen van de Europese fondsen in het systeem”. Ze zouden sneller en beter gebruik moeten maken van de Next Generation-fondsen om een model voor groei op lange termijn op te stellen.
Economie moet veerkrachtiger
De Spaanse economie moet veerkrachtiger worden. Bij inzet van deze Next Generation-fondsen moet de regering prioriteit geven aan “transformatieve investeringen en niet aan kortetermijnbeslissingen en onproductieve uitgaven”. De programma’s om fondsen te werven “hadden voor het grootste deel in 2021 moeten rijpen en gelanceerd moeten worden. Nu in 2022 lopen we achter op schema”, aldus Marín.
Sneller en krachtiger bestuursmechanisme nodig
Volgens gegevens van de Raad van Economen voerde Spanje tussen 2014 en 2020 47% van de Feder-fondsen uit, terwijl het Europese gemiddelde 57% was. Spanje moet een “sneller, flexibler en krachtiger bestuursmechanisme voor de Next Generation-fondsen creëren”.