De afgelopen tien jaar is het aantal gebieden in Spanje dat actief te lijden heeft onder verwoestijning verdrievoudigd. Vooral in het zuiden van het land, waar de situatie in absolute termen het meest nijpend is, lijkt de toekomst somber.
Dit blijkt uit een rapport van de Estación Experimental de Zonas Áridas. De definitieve bevindingen worden deze zomer verwacht. Toch is het nu al duidelijk dat de situatie alarmerend is. In veel gebieden gelden waterbeperkingen. Al heeft recente regen de situatie enigszins verlicht, de zorgen voor de komende maanden zijn nog lang niet voorbij.
Een groter wordend probleem
Volgens de tienjaarlijkse analyses van de EEZA was rond 2010 ongeveer 1% van Spanje een “actief gedegradeerd gebied”. Dat wil zeggen, een plek waar eigenlijk geen vegetatie meer kan groeien vanwege de veranderde klimatologische omstandigheden.
Tussen 2010 en 2020 is dit percentage gestegen naar 3%. De verwachting is dat dit cijfer tegen het einde van dit decennium boven de 5% zal uitkomen. Let wel, deze cijfers betreffen alleen de genieden die het snelst achteruitgaan. Kijken we naar de totale verwoestijnde oppervlakte, dan overstijgt dit ruimschoots de 20%.
De stille crisis van verwoestijning
Verwoestijning, de ultieme fase van ecologische bodemdegradatie, treft voornamelijk droge tot semi-droge regio’s. Het leidt enerzijds tot het verlies van vruchtbare aarde en anderzijds tot het onvermogen van ecosystemen om zichzelf in stand te houden. Dit fenomeen, dat zowel vegetatie, bodem als waterbronnen aantast, elimineert elk natuurlijk herstelmechanisme.
Deze ontwikkeling staat symbool voor de zichtbare gevolgen van klimaatverandering. Bovendien vormt het ook een enorme economische, sociale en ecologische last. Ondanks jarenlange waarschuwingen blijft het een uitdaging om de omvang van dit probleem in cijfers te vatten.
Probleem verborgen door agrarische vooruitgang
De vooruitgang in de landbouwproductiviteit heeft lang de enorme verliezen aan vruchtbare grond gemaskeerd. Wereldwijd ging het in de eerste twee decennia van deze eeuw om 24 miljard ton vruchtbare aarde per jaar. Dat verlies is vergelijkbaar met de totale landbouwoppervlakte van de Verenigde Staten. Dit probleem, veroorzaakt door een complexe mix van factoren, blijft grotendeels onzichtbaar.
Landbouw wederom in de schijnwerpers
Het verband tussen intensieve landbouw en verwoestijning is onmiskenbaar. Vooral irrigatielandbouw wordt aangewezen als een kritieke factor in de versnelde degradatie van verschillende gebieden. Hieronder de Ebro-vallei, de dehesa van Extremadura en het zuidoosten van het Iberisch schiereiland.
De oorzaak ligt niet zozeer bij irrigatie zelf, maar bij de kortetermijnvisie van “geld verdienen om het geld verdienen”. Hier mist een adequate monitoring en regulering. Dit heeft geleid tot een “gebruik en gooi weg” cultuur in de landbouw omdat die de grond in slechtere staat dan voorheen achterlaat.
Murcia en Almería: Op weg naar grote woestijnen
Murcia, met bijna zijn gehele grondgebied kwetsbaar voor verwoestijning, toont de urgentie van het probleem. Na Murcia volgen Castilla-La Mancha en Extremadura. Spanje, een agrarische grootmacht, balanceert op een fragiel fundament van milieu-, arbeids-, financiële en sociale pijlers. Xataka.com schrijft dat wil Spanje de positie als de “moestuin” van Europa” behouden er een dringende noodzaak is voor een van de meest ambitieuze industriële moderniseringen in de Spaanse geschiedenis. Ook ontbreekt het volgens het medium aan maatschappelijk bewustzijn over de ernst van deze ecologische crisis.
Lees ook: Klimaatverandering Spanje: Droge douches, lege zwembaden, kwallen en 50º in de strandtent