De massale stroomuitval van maandag 28 april in Spanje heeft de politieke voorkeuren in Spanje wat veranderd. Ondanks de kritiek van de bevolking op de communicatie vanuit de regering tijdens de stroomstoring, loopt de PSOE, de socialistische partij van Premier Sánchez verder uit op de conservatieve Partido Popular.
Volgens een enquête van het Centro de Investigaciones Sociológicas (CIS) wint de PSOE terrein en vergroot zij haar voorsprong op de conservatieven. De socialistische partij krijgt nu 34,8 procent van de stemmen, een stijging van 2,2 procent sinds april. De PP groeit ook, maar blijft met 27,5 procent achter, meldt de Spaanse nieuwssite 20minutos.es.
Ook verschuivingen bij andere politieke partijen
Niet alleen de PSOE en PP zien veranderingen, er zijn ook verschuivingen bij andere politieke partijen. Het ultrarechtse Vox stijgt naar 15,9 procent, terwijl Sumar en Podemos ook terrein verliezen, beide verliezen ze 0,5 procent in de peiling. Regionale partijen zoals Junts, ERC en EH Bildu blijven stabiel, maar de Baskische partij PNV verliest opnieuw steun.
Kritiek op communicatie
Vanuit verschillende hoeken kwam er veel commentaar op de informatie die de regering verstrekte tijdens de stroomuitval. Uit een enquête blijkt dat bijna 60 procent van de Spanjaarden vindt dat de regering, onder leiding van Pedro Sánchez, onvoldoende informatie verstrekte. Toch lijkt deze kritiek geen negatieve impact te hebben gehad op de populariteit van de PSOE. Ondanks de ontevredenheid over de communicatie tijdens de crisis, lijkt de partij meer steun te krijgen.
Ook vanuit de Spaanse oppositie kwam er weer een aanval op premier Sánchez. Hij zou tijdens de crisis geen duidelijke informatie hebben gegeven en werd beschuldigd van liegen, wat volgens zijn politieke tegenstanders het bewijs was van onwetendheid of opzettelijke misleiding.
Onzekerheid onder kiezers
De politieke situatie in Spanje kenmerkt zich al jaren door een versnipperd politiek landschap. Het aantal zwevende kiezers in Spanje is best hoog. 21,9 procent van de ondervraagden heeft nog geen keuze gemaakt en 10,7 procent geeft aan niet te willen gaan stemmen bij de volgende nationale verkiezingen.