Hiermee is de psychologische drempel van dubbele cijfers overschreden. Het verloop van de prijsstijgingen komt niet overeen met de prognoses die regeringen en economen nog maar twee maanden geleden hadden aangekondigd. Het ziet er bovendien naar uit dat de prijsstijgingen nog lang niet ten einde zijn.
Sterkste stijgers
Het INE sprak twee weken geleden al de verwachtingen uit voor dit inflatiecijfer. En zoals het instituut twee weken geleden al bekendmaakte, zijn brandstof en levensmiddelen de twee categorieën die het afgelopen jaar het sterkst zijn gestegen. Diesel is het afgelopen jaar met meer dan 42% gestegen en benzine is 34% duurder geworden. Alleen al in juni steeg de prijs met 10%. Dat betekent dat brandstoffen nu de plaats van elektriciteit ingenomen als de belangrijkste drijvende kracht achter de prijsstijgingen, al is elektriciteit ook nog steeds veel duurder is dan een jaar geleden. Volgens het INE is de prijs het afgelopen jaar met 33% gestegen.
Levensmiddelen
Wat zorgen baart is de prijsstijging van levensmiddelen die gemiddeld al 13,3% duurder zijn geworden. Pasta, olijfolie, boter, melk, eieren en salades zijn 20% duurder dan vorig jaar. Dit resulteert in een stijging van de kerninflatie tot 5,5%, het hoogste niveau in meer dan twee decennia.
Ook toeristen zijn duur uit
Bij dit alles komt nog, zo vlak voor de zomervakantie, de stijging van de prijzen voor toeristen. Deze draag ook bij aan deze historische inflatiecijfers. Volgens het INE zijn de hotelprijzen in juni met 45% gestegen ten opzichte van vorig jaar. En pakketreizen zijn alleen al in de laatste maand met 17% gestegen.
Ruim 3.500 euro aan extra kosten per gezin
De stijging van de inflatie zal een directe weerslag hebben op de portemonnee van de gezinnen, die gemiddeld 3.552 euro meer van hun jaarbudget moeten uitgeven voor dezelfde producten. Dit zijn de extra kosten van de prijsstijgingen voor de uitgaven van het gemiddelde huishouden, gemeten volgens de gegevens van de budgetonderzoeken van de INE.
Meer dan de helft van de extra kosten zijn bestemd voor huisvestingskosten zoals elektriciteit, gas of huur, een post die het afgelopen jaar met 19% is gestegen en waarvoor in het afgelopen jaar bijna 1.900 euro moet worden betaald. Aan voedsel, de op één na duurste groep, geven gezinnen 620 euro per jaar meer uit. Ook de vervoerskosten per jaar stijgen met bijna 620 euro.