Het aanzien van het Spaanse koningshuis liep de afgelopen jaren nogal wat schade op door het ene na het andere schandaal dat zich voordeed. Alle goodwill die de voormalige koning Juan Carlos I had opgebouwd met zijn doortastende optreden in de transitie naar de huidige democratie, werd langzaam maar zeker afgebrokkeld en leidde in juni 2014 tot zijn abdicatie ten gunste van Felipe VI.
Meer transparantie
Op het koninklijk paleis Zarzuela werd een concreet plan gemaakt voor de realisatie van het reputatieherstel. Eerst moest intern de zaken op orde worden gesteld. Zo werd er gewerkt aan meer transparantie en kwam er een externe accountant voor het regelen van de financiën van het koningshuis. Vergoedingen die werden uitgekeerd aan hoge functionarissen werden openbaar gemaakt. Ook de koning zelf werd 20% gekort in zijn functie als nieuw staatshoofd. Verder werd aan leden van de koninklijke familie een verbod opgelegd om renteloze leningen, diensten tegen gunstige voorwaarden en cadeaus aan te nemen die de waardigheid van hun functie in gevaar zou kunnen brengen. Er werd een gedragscode geïntroduceerd voor werknemers en hoge functionarissen van La Zarzuela: het werk moet sober en oprecht worden uitgevoerd. Dezelfde gedragscode geldt ook voor de koning en zijn familie.
Kleinere koninklijke familie
Bij het aantreden van Felipe VI als koning, is de koninklijke familie gereduceerd tot de koning en de koningin, prinses Leonor en infanta Sofía. Infanta Cristina had op dat moment nog de titel hertogin van Palma, die ze sinds 1997 droeg. In juni 2015 werd haar deze titel ontnomen als gevolg het schandaal Nóos waarvan haar echtgenoot Iñaki Urdangarin de hoofdverdachte was.
Internationaal plan uitgesteld
Deze interne aanpassingen, in combinatie met een grotere toenadering van de koning en de koningin richting het Spaanse volk, gaat samen met een ander strategisch plan: de rol van de koning als belangrijkste vertegenwoordiger van de Spaanse natie in het buitenland. Het buitenland waar verbintenissen steeds belangrijker zijn en de Spaanse belangen steeds groter worden. Diverse schandalen waaronder het juridische proces tegen infanta Cristina gooiden echter roet in het eten bij de uitvoering van dit plan. Staatsbezoeken werden uitgesteld en de zaak Nóos bracht opnieuw een donkere schaduw over het Spaanse koningshuis.
Weg vrij
Nu het proces achter de rug is en infanta Crisitina is vrijgesproken, ligt de weg vrij voor de koning om buiten de grenzen te werken aan het imagoherstel. De komende maanden staat de agenda van de koning dan ook vol met buitenlandse afspraken. Zijn rol als hoogste vertegenwoordiger van de Spaanse staat moet in internationaal opzicht weer onder de aandacht worden gebracht, zoals de rol die hij had bij interventies in de Verenigde Naties en het Europese Parlement en zijn duidelijke boodschap omtrent de humanitaire crisis met de vluchtelingen.
Engeland
Voor 2017 staat op 6,7 en 8 juni een bezoek van de koning aan Engeland gepland. Dat bezoek is met het oog op de naderende Brexit een politiek delicate aangelegenheid geworden. De koning zal bij dit bezoek een profilerende rol spelen als voorstander van de Europese Unie en vertegenwoordiger van een land dat negatieve gevolgen van de Brexit zal ondervinden op het gebied van toerisme en export.
In Londen zal de koning een ontmoeting hebben met de premier van Engeland Theresa May. Tijdens deze ontmoeting zal de onrust van 300 duizend Britten die in Spanje wonen en de 150 duizend Spanjaarden die in Engeland wonen, ter sprake komen.
De komende staatsbezoeken moeten de rol van het Spaanse staatshoofd in een internationale context versterken en het imago van de Spaanse Kroon, zowel in Spanje als daarbuiten, herstellen.