Spaanse overheid niet thuis inzake schending mensenrechten onder Franco

door admin
Spaanse overheid niet thuis inzake schending mensenrechten onder Franco

Als belangrijkste argument voor het in onzekerheid laten zwemmen van nabestaanden van slachtoffers gebruikt de overheid de Amnestiewet uit 1977. Deze geldt voor mensenrechtenschendingen begaan door de overheid tijdens de Burgeroorlog en de dictatuur. Om een soepele overgang van dictatuur naar democratie te bewerkstelligen, was het beter de begane misdaden niet te bestraffen om zo geen oude wonden open te rijten en snel over te kunnen gaan tot de nieuwe orde van de dag.

Universele jurisdictie

Families van slachtoffers van het regime zijn het al jaren niet eens met de gang van zaken en zijn uit frustratie over het gebrek aan actie van de Spaanse justitie naar de Argentijnse federale rechter, Maria Servini de Cabria, gestapt. Momenteel liggen daar al 50 zaken. Deze rechter kan de mensenrechtenschendingen uit het Franco-tijdperk onderzoeken volgens het principe van universele jurisdictie. Dit betekent dat misdaden tegen de menselijkheid, genocide en terrorisme overal ter wereld berecht kunnen worden.

De meeste nabestaanden willen dat de Spaanse overheden lichamen van slachtoffers opgraven uit massagraven om de resten te identificeren en over te dragen aan familieleden voor een waardige begravenis of crematie. In 13 jaar tijd werden zo’n 6.500 lichamen opgegraven waarvan er 2.500 werden geïdentificeerd, aldus zegt Emilio Silva, oprichter van de Stichting Herstel van Historisch Geheugen die zich inzet om nabestaanden te helpen. Dit lijkt veel, maar er zijn naar schatting van de organisatie nog steeds 130.000 vermisten.

Baltasar Garzón

Vanuit 36 burgerlijke verenigingen zijn al honderden klachten in dit opzicht ingediend die gaan over de verdwijning en de moord op die vermisten. De Spaanse onderzoeksrechter Baltasar Garzón opende begin deze eeuw een onderzoek, maar werd teruggefloten omdat hij met zijn onderzoek de Amnestiewet zou overtreden. Sindsdien liggen de klachten op de plank zonder dat er iets mee gebeurt, aldus Esteban Beltran, directeur van Amnesty in Spanje. Ondanks dat dit type zaken eerder al werd overgeheveld van landelijke rechtspraak naar provinciale rechtbanken.

Arrestatiebevel

De Argentijnse rechter Maria Servini de Cabria vaardigde enkele weken geleden een arrestatiebevel en een verzoek tot uitlevering uit via onder andere Interpol uit tegen 4 Spaanse politieagenten waarvan er twee nog in leven zijn, die onder het Franco-regime dergelijke misdaden zouden hebben gepleegd. De twee agenten lopen desondanks nog steeds vrij rond in Spanje. Een van hen, de 67-jarige Juan Antonio Gonzalez, met als bijnaam ‘Billie the Kid’, werd door de krant El Mundo vorige week nog omschreven als ‘de meest gevreesde inspecteur van Franco’s politie’. Erbij stond een foto van zijn deelname aan de halve marathon van Madrid in 2010.

De misdaden die hij als politieagent pleegde bestonden eruit dat hij regelmatig slachtoffers (tegenstanders van het regime van Franco) in elkaar sloeg en martelde en vonden nog plaats tot halverwege de jaren zeventig. Er zijn dus nog genoeg slachtoffers die levendige herinneringen aan hem hebben.

Critici van de Spaanse handelswijze in dit opzicht wijzen erop dat veel naties hun amnestiewetten terzijde hebben gelegd om oorlogsmisdaden te bestraffen. Nu is het de beurt aan Spanje om het te doen. Als Spanje geen thuis geeft in al deze zaken met het argument dat ‘oude wonden niet geopend hoeven te worden’ begeeft het land zich internationaal gezien op een hellend vlak. Zeker nu een en ander ook bij organisaties als de VN onder de aandacht is. Slachtoffers en de organisaties die hen vertegenwoordigen laten het er in elk geval niet bij zitten. Men wil gerechtigheid om weer vooruit te kunnen komen.

Dit vind je misschien ook leuk