Technici Spaanse belastingdienst kondigen staking aan

Onvrede over groeiende druk op kleine ondernemers en zelfstandigen

door Else BeekmanElse Beekman
Technici Spaanse belastingdienst, hacienda, gaan staken

Voor het eerst sinds 2008 gaan de technici van de Spaanse Belastingdienst (AEAT) staken. Dat doen ze op 26 november aanstaande uit onvrede over een groeiend tekort aan middelen, erkenning en doorgroeimogelijkheden. Ook laken zij de groeiende belastingdruk op kleine ondernemers en zelfstandigen terwijl grotere bedrijven en vermogenden buiten schot blijven.

De staking raakt zo’n 8.500 ambtenaren en wordt georganiseerd door de vakbond Gestha. Op de dag van de staking vindt ook een manifestatie plaats in Madrid. Volgens Gestha hebben de technici van de belastingdienst te maken met een “structureel gebrek aan middelen” om hun werk goed te kunnen doen. Dat werk bestaat onder meer uit het opsporen van belastingfraude, het controleren van overheidsuitgaven, het innen van schulden, het opleggen van sancties en het uitvoeren van juridische analyses. De vakbond stelt dat hun ondergewaardeerde en veelzijdige rol cruciaal is in de strijd tegen fraude én in het toezicht op overheidsfinanciën.

“Wij vragen om een echte loopbaanstructuur binnen de Belastingdienst, zoals die is vastgelegd in het Statutaire Basisreglement voor Overheidsmedewerkers,” stelt een woordvoerder van Gestha in El Mundo. Het gebrek aan erkenning en doorgroeimogelijkheden leidt volgens hen tot verspilling van capaciteit en een verzwakking van de fraudebestrijding.

Groeiende controles op kleine ondernemers

Gestha benadrukt dat het zwakke toezicht op grote belastingontduikers hand in hand gaat met een toename van controles op kleine ondernemers, zzp’ers en particulieren. Volgens het plan voor 2025 zijn de controlemaatregelen van AEAT vooral gericht op zzp’ers en kleine bedrijven, terwijl grotere bedrijven en vermogenden volgens Gestha buiten schot blijven.

Brits advocatenkantoor waarschuwt Amerika voor Spaanse belastingdienst

In eerdere rapportages zag Gestha dat het daadwerkelijke grootste deel van de fraude, geschat op vele tientallen miljarden euro’s, bij grote bedrijven en vermogenden ligt, niet bij kleine ondernemers. Sinds 2011 is het aantal aangiften wegens fiscale misdrijven met 82% gedaald. De technici wijten dat aan de beperkte capaciteit om grotere spelers aan te pakken, terwijl het gevolg is dat kleinere doelwitten juist strenger worden gecontroleerd.

Gebrek aan mobiliteit en motivatie

Een ander belangrijk punt van kritiek is het ontbreken van mobiliteit binnen de dienst. Ongeveer 1.200 technici willen verhuizen naar regio’s waar ze familiebanden hebben, maar dat kan niet vanwege huidige regels. Nieuwe collega’s krijgen bij interne promotie voorrang bij het kiezen van een standplaats, waardoor ervaren technici vaak vastzitten op plekken waar ze niet willen zijn.

Volgens Gestha leidt dit systeem tot frustratie en inefficiëntie. Regio’s met een grote informele economie blijven onderbemand, terwijl in andere gebieden technici zonder uitzicht op verplaatsing vastzitten. Dit belemmert de opbouw van gespecialiseerde teams en verlaagt de motivatie.

Technici eisen hogere status en salaris

De technici eisen ook een herwaardering van hun functie. Ze willen erkend worden als leden van het hogere ambtenarenkorps (groep A1) of pleiten voor het afschaffen van de scheiding tussen A1 en A2. Hun huidige salarisschaal overlapt volgens de vakbond met die van lagere functiegroepen en ligt ver onder die van inspecteurs.

Daarnaast willen ze dat bevoegdheden die hen in het verleden zijn ontnomen, worden hersteld. Ze vinden dat hun brede takenpakket onvoldoende wordt weerspiegeld in hun status en beloning.

Historische schuld

De vakbond spreekt van een “historische schuld” die de overheid aan de technici van Hacienda heeft. In een wet uit 2006 over fraudepreventie werd al opgeroepen tot een loopbaanontwikkeling voor deze groep. Die belofte is volgens Gestha nooit nagekomen.

Technici vormen meer dan 80% van de groep A-functionarissen binnen de Belastingdienst. Zij hebben de bevoegdheid om fraude en douanezaken te onderzoeken, boetes op te leggen en schulden te innen. Binnen de Intervención General de Estado – vergelijkbaar met de Nederlandse Algemene Rekenkamer, en verantwoordelijk voor toezicht op overheidsuitgaven en subsidies – vormen zij zelfs 91% van het personeel. Ook in de administratieve rechtbanken, het Kadaster en andere afdelingen van het ministerie zijn zij sterk vertegenwoordigd.

“Erkenning van onze ervaring en resultaten is essentieel om grote belastingontduikers te laten voelen dat de pakkans reëel is,” stelt Gestha. “En om burgers het vertrouwen te geven dat het systeem niet alleen gericht is op de kleine fouten van belastingplichtigen.”

“De Spaanse belastingdienst is een dictatuur”