De extreemrechtse partij Vox heeft toegegeven dat het 9,2 miljoen euro heeft geleend van de Hongaarse bank Magyar Bankholding (MBH) om de campagnes voor de gemeentelijke en algemene verkiezingen van 2023 te financieren.
Het bedrag komt van een bank die eigendom is van Lörinc Mészáros, een vriend van de Hongaarse premier Viktor Orbán. Volgens RTVE verdedigt Vox de lening en beweert dat Spaanse banken hen weigerden te financieren, ondanks dat ze het derde grootste politieke partij in het land zijn.
“Volledig legale leningen”
De uiterst rechtse politieke partij verklaart dat de leningen “volledig legaal” zijn en al zijn terugbetaald. De partij gaf aan dat de leningen correct zijn aangemeld bij het Spaanse Tribunal de Cuentas, en dat zij indien nodig opnieuw buitenlandse financiering zullen zoeken. Partijwoordvoerder Pepa Millán benadrukte dat de leningen noodzakelijk waren door een gebrek aan financiële steun van Spaanse banken.
Mogelijke gevolgen en controverse
Hoewel Vox beweert dat de financiering wettelijk is, brengt het onthullen van een band met Orbán politieke spanning met zich mee. De partij werd eerder door het Tribunal de Cuentas beboet met 233.000 euro voor het ontvangen van onregelmatige donaties. Santiago Abascal, leider van Vox, heeft een aanklacht ingediend tegen beschuldigingen van betrokkenheid bij Madeira Invest, een investering die niet correct aan de belastingdienst zou zijn