De Europese rekenkamer heeft kritiek geuit op het beheer van de Europese Next Generation EU-fondsen door de Spaanse overheid. Ondanks dat Spanje niet officieel is afgekeurd, zijn er ernstige zorgen over “onvoldoende controle en transparantie” rondom het gebruik van de fondsen, aldus een recent rapport.
In het rapport wordt aangegeven dat het controlesysteem van de regering Sánchez niet volledig kan volgen waar het geld naartoe gaat, wie het ontvangt en waaraan het wordt uitgegeven. Concreter gesteld: het grote probleem van het herstelplan is dat het heel moeilijk is om te volgen waar het geld is gebleven. Dit roept vragen op over de naleving van de gestelde doelen en de voortgang van het herstelplan. Hoewel de rekenkamer stelt dat er geen sprake is van fraude, benadrukken ze wel dat de aanhoudende tekortkomingen een bedreiging kunnen vormen voor de toekomstige toekenning van fondsen.
Oplossingen blijven uit
De Europese Commissie had eerder al aangedrongen op de implementatie van een nieuw controlesysteem om deze problemen te verhelpen. Het rapport stelt echter dat ondanks herhaalde waarschuwingen sinds 2021, de problemen nog steeds niet zijn opgelost. De Spaanse overheid heeft wel aangegeven dat het systeem “Minerva” uiteindelijk de nodige verbeteringen zal brengen, maar volgens het Hof is het systeem nog steeds “onvolledig”.
Vage doelstellingen
Een ander kritiekpunt in het rapport is dat sommige doelen en mijlpalen in het Spaanse herstelplan te vaag zijn gedefinieerd. Dit maakt het lastig om de voortgang effectief te evalueren. Een voorbeeld hiervan is de regelgeving rondom oplaadpunten voor elektrische voertuigen. Die was zo vaag omschreven dat het leidde tot minimale veranderingen die toch werden beschouwd als dat ze “voldoen aan de eisen”. De rekenkamer benadrukt de urgentie voor Spanje om deze tekortkomingen snel aan te pakken om verdere risico’s voor de toekenning van EU-fondsen te vermijden.
EU-fondsen in Spanje vooral naar overheidsdiensten
Eind vorig jaar werd al bekend dat in Spanje vooral overheidsdiensten profiteren van EU-fondsen. Het leeuwendeel van het EU-geld ging naar publieke instellingen, ministeries, gemeenten en overheidsbedrijven, namelijk 87,1% (4,45 miljard euro), terwijl slechts 12,9% (659 miljoen euro) naar private bedrijven, coöperaties en enkele stichtingen is gevloeid.