Een crisis op de Spaanse huurmarkt lijkt onafwendbaar nu steeds meer verhuurders hun woningen van de markt hebben gehaald, of overwegen dat te gaan doen. De omstreden nieuwe woningwet (Ley de Vivienda), is inmiddels bijna een jaar van kracht en zorgt volgens onderzoek voor een flinke daling in het aanbod van huurwoningen. Zowel huurders als verhuurders ervaren negatieve gevolgen.
Volgens een recente enquête van Fotocasa Research en aangehaald door de krant El Economista, denkt bijna 40% van de verhuurders eraan hun woning niet langer te verhuren. De belangrijkste reden: de beperkende maatregelen uit de nieuwe wet. Daaronder huurprijsplafonds en de aanwijzing van ‘gespannen zones’ in gemeentes waar de druk van het toerisme toeneemt. De oorspronkelijke intentie van de wet was om huurders beter te beschermen. Desondanks veroorzaakt deze volgens critici juist het tegenovergestelde. Namelijk een gebrek aan betaalbare huurwoningen. “De toegang tot de huurmarkt is nu moeilijker dan vóór de wet,” aldus María Matos, woordvoerder van Fotocasa.
Huurders voelen zich onvoldoende beschermd
Slechts 2 van de 10 huurders voelen zich dankzij de nieuwe wet beter beschermd. Een derde geeft zelfs aan dat er geen merkbaar verschil is met de situatie van voor de invoering van de nieuwe woningwet. Onder verhuurders is de ontevredenheid nog groter: bijna de helft vindt dat het nieuwe beleid hen belemmert in het verhuren van hun woning. Slechts 11% voelt zich gesteund.
Verschuiving naar vakantieverhuur en kamerverhuur
Opvallend is dat 34% van de verhuurders overweegt hun woning voortaan alleen nog tijdelijk te verhuren, bijvoorbeeld als vakantieverblijf. Een effect dat rechtstreeks indruist tegen de intentie waarmee de wet in het leven is geroepen. Ook het verhuren van losse kamers wint terrein: 28% van de verhuurders heeft deze stap al gezet of overweegt dit met het doel om toch een hoger rendement te halen. Een jaar geleden was dit nog 22%.
Verschillen per regio zijn groot
De impact van de woningwet verschilt per regio. In Catalonië denkt 48% van de verhuurders eraan hun woning uit de markt te halen, gevolgd door Andalusië (47%), Valencia (34%) en Madrid (29%). Tegelijkertijd geeft 66% van de verhuurders landelijk aan hun aanbod niet te willen wijzigen.
Ook investeren verhuurders minder in hun panden: 47% zegt minder geld uit te trekken voor onderhoud en verbetering. In de Comunidad Valenciana ligt dit percentage zelfs op 61%, gevolgd door Andalusië (47%), Catalonië (42%) en Madrid (38%).
Prefabbouw om crisis te keren
In een poging de crisis huurmarkt Spanje te beteugelen, heeft premier Sánchez onlangs een nieuw plan aangekondigd. Met een investering van 1,3 miljard euro is het plan ‘Strategisch Project voor Economisch Herstel en Transformatie (PERTE)’ in het leven geroepen. Hiermee richt de regering zich op de ontwikkeling van industriële woningbouw. Daarmee hoopt men het woningtekort te verlichten en de prijzen onder controle te krijgen.
Wat is industriële woningbouw?
Industriële woningbouw houdt in dat woningen grotendeels in fabrieken worden geproduceerd in plaats van volledig op de bouwplaats. Onderdelen zoals muren, daken en vloeren worden vooraf gefabriceerd en vervolgens gemonteerd op locatie. Deze prefabbouw zorgt onder meer voor snellere bouwtijd (reductie van 20 tot 60 procent), lagere kosten en minder milieubelasting. Het idee is om in eerste instantie 15.000 woningen gemiddeld per jaar te bouwen om dat aantal binnen tien jaar op te hebben geschroefd naar 20.000 per jaar.
Zwaar bekritiseerde nieuwe Woningwet van kracht in Spanje