Ditmaal ging het om de 53-jarige Amaya Egaña uit Baracaldo, die toen het uitzettingsteam aanbelde op vrijdagochtend na negenen uit het raam van haar flat op de vijfde verdieping sprong. Ze was op slag dood en liet een man en 21-jarige zoon achter.
De reacties in Spanje op deze wanhoopsdaad zijn heftig. Ditmaal ging het niet om een heel arm werkloos gezin. Egaña was personeelschef bij de regionale busmaatschappij. Haar man, Mose Manuel Asensio was wethouder burgerlijke veiligheid tot 2003 en een goede vriend van de regionale leider van de socialistische partij PSOE. De schuld op hun huis was opgelopen tot 213.000 euro.
Tijdelijke stop
De Spaanse premier Mariano Rajoy kondigde naar aanleiding van het drama op vrijdagavond aan gedwongen uitzettingen tijdelijk te stoppen. De druk op zijn regering nam de laatste tijd toe, mede naar aanleiding van twee eerdere zelfmoorden, een in Burjassot en een in Granada.
Naast de PSOE wil ook de Spaanse raad voor de rechtsspraak een wetswijziging vanwege de maatschappelijke impact van de uitzettingen.
Andere oplossingen
Sinds de crisis uitbrak, zijn in Spanje zo’n 350.000 mensen uit hun huis gezet. Op dit moment gaat het om dagelijks 500 zaken. De Kutxabank en Caja Laboral gaven zaterdag al aan te stoppen met uitzettingen en over te gaan op andere oplossingen in geval van achterstallige hypotheekbetalingen.
Een oplossing zou zijn dat inbeslagnames worden omgezet in huurovereenkomsten in geval van eigenaren die in financiele problemen zitten. Banken krijgen dan inkomsten en voorkomen de sociale drama’s.
Manifestatie voor Amaya
Vrijdagavond al kwamen zo’n 8.000 mensen op de been in een manifestatie tegen uitzettingen die werd gehouden in Baracaldo, de woonplaats van Egaña.
‘Dedood van Amaya Egeña mag niet onbestraft blijven’, was de leus op vele spandoeken tijdens de tocht die werd georganiseerd door de regionale afdeling van het platform voor gedeputeerden van hypotheken (PAH).