Om precies te zijn gaat het om 12.295 jachthonden, zo blijkt uit het rapport ‘Studie van het achterlaten van jachthonden 2022′, uitgevoerd door PACMA in samenwerking met 194 dierenbeschermingsorganisaties verspreid over het hele land. Hieronder waren 5.544 windhonden, 4.191 podenco’s en de overige 2.560 zijn verdeeld over andere rassen. Een vergelijkbaar onderzoek schatte in 2019 het aantal verlaten honden op 8.588 op basis van informatie van 98 dierenbeschermingsorganisaties en asiels.
De meeste honden werden achtergelaten in de autonome regio Andalusië (met 5.542 achterlatingen), gevolgd door Castilla La Mancha (1.480); de Gemeenschap van Madrid (1.005); Canarische Eilanden (787) en Galicië (699). Vanwege het gebrek aan gegevens van de regio Navarra zijn de resterende 2.502 honden verdeeld over 11 gemeenschappen.
Nasleep van de jacht
De president van PACMA, Javier Luna, zei te betreuren dat hij geen gegevens heeft van de autonome gemeenschappen waar de jachtindustrie het grootste is. Wel gaf hij aan dat het onderzoek van 2022 vollediger is geweest vanwege een grotere deelname van dierenbeschermingsorganisaties. Zijn organisatie zou tegen de 1.000 entiteiten hebben geraadpleegd.
Bekijk ook: Dag van de Spaanse jachthonden met een zwart randje
“Op het platteland worden de dierenopvangcentra bedreigd of gedwongen om afspraken te maken met de jagers, zodat die de honden niet ergens achterlaten, maar direct overdragen, in ruil voor het zwijgen over de aantallen en het praten over de gevolgen van de jacht”, aldus Luna.
PACMA legt uit dat het onderzoek geen informatie bevat over achtergelaten honden in gemeenten met minder dan 5.000 inwoners. Daar zijn overheidsdiensten in samenwerking met particuliere bedrijven belast met het opvangen van honden. Die gegevens verkrijgen is volgens de organisatie “bijna onmogelijk” vanwege de “ondoorzichtigheid” van overheden die bang zijn om de jachtlobby tegen de haren in te strijken met negatieve publiciteit.
Cijfers niet representatief voor de realiteit
De verzamelde cijfers weerspiegelen zodoende slechts een deel van het probleem en zijn niet representatief voor de mate waarin jachthonden aan hun lot worden overgelaten. De Dierenpartij heeft ook geanalyseerd hoeveel geld dierenbeschermers hebben geïnvesteerd tijdens de opvang, behandeling en adoptie van deze honden. Zo zorgt 8,2% van de 194 deelnemende entiteiten ervoor dat ze minder dan 1.000 euro uitgeven; 31,3% investeerde tussen 1.000 en 5.000 euro; 22,4% tussen 5.000 en 10.000 euro; 19,1% gaf meer dan 10.000 euro uit en de overige 19% overschreed in één jaar de 30.000 euro.
Honden in slechte of zeer slechte toestand
Ruim driekwart (77,3%) van de deelnemende entiteiten bevestigde dat de gemiddelde gezondheidstoestand van de geredde honden op het moment van aankomst “tussen slecht en zeer slecht” was. Daardoor was naast basiszorg zoals voedsel, vaccins, identificatie en sterilisatie ook aandacht van de dierenarts, medicijnen en zelfs ethologische aandacht noodzakelijk.
Bekijk ook: Jacht- en werkhonden definitief buiten Spaanse Dierenbeschermingswet gelaten