In Vigo wees een rechter het verzoek van een bedrijf af dat een werknemer wilde verplichten fysiek op zijn werk te verschijnen. De rechter steunde daarmee het werken op afstand als voorkeursalternatief zolang de coronacrisis voortduurt. Hoewel het hier om een geïsoleerde uitspraak gaat en niet om jurisprudentie bereiden advocatenkantoren zich voor op een overvloed aan geschillen in dit verband gedurende de komende maanden.
De rechter in Vigo wees het verzoek van het vissersbedrijf, waar de betreffende werknemer een administratieve rol vervult, af. Het bedrijf wilde de man fysiek op zijn werkplek hebben en beschouwde het als discriminatie ten opzichte van andere werknemers als hij na eind mei nog langer wegbleef van zijn werk. ‘De situatie waarin we ons bevinden geeft prioriteit aan telewerken boven andere opties zoals een verkorting van de werkdag’, oordeelde de rechter. In zijn oordeel nam hij mee dat de kinderen van de werknemer jonger dan 12 jaar zijn, wat de werknemer recht geeft om zijn werk aan te passen op zijn gezinsleven.
Bedrijven maken zich in dit verband zorgen om hoe ze om dienen te gaan met werknemers met jonge kinderen en met verzoeken om thuis te werken. Ze weten nog niet hoe deze situatie de organisatie van hun werklast beïnvloedt en uiteindelijk hun productie en financiële resultaten. Daar komt bij dat Spanje traditioneel gezien geen land is waar al veel mensen thuis werken. Wel is al een en ander noodgedwongen verbeterd tijdens de periode van lockdown in maart en april. Hierdoor zijn ook de verzoeken van werknemers toegenomen die ook in de ‘nieuwe normaliteit’ vaker thuis willen werken om hun gezinsleven beter met hun beroepsleven te kunnen combineren. Juridische bronnen waarschuwen voor een onvermijdelijke toename aan arbeidsgeschillen op dit vlak die via juridische weg opgelost moeten worden als werkgever en werknemer onderling niet tot een oplossing kunnen komen. In die gevallen hebben rechters nu nog het laatste oordeel.
Het Spaanse ministerie van Werkgelegenheid bereidt een nieuw kader voor dat na afloop van de vakantie nog met de sociale partners moet worden besproken, zodat deze vervolgens ter goedkeuring naar het parlement kan.
Een dag per week thuiswerken
Het ministerie van Werk stelt voor dat alle werknemers minstens één dag buiten kantoor kunnen werken, dus 20 procent van hun werktijd. Vakbonden zijn van mening dat thuiswerken als een algemeen recht voor alle werknemers gezien gaat worden en niet een voor alleen werknemers met een gezinsleven, terwijl werkgevers verenigd in CEOE 20 procent een te lage limiet vinden en niet bereid zijn de kosten hiervoor op te hoesten.