Sinds invoering euro boodschappen in Spanje 58 procent duurder

door admin
Sinds invoering euro boodschappen in Spanje 58 procent duurder

Op 1 januari 2002 werd de peseta in Spanje vervangen door  de euro. Eén euro was destijds goed voor 166,386 peseta’s. Om makkelijker te rekenen werd de bevolking ingeperd dat 6 euro 10.000 peseta’s was. Na één jaar euro was het vertrouwen van de Spanjaarden in de munt al een beetje gedaald. Volgens de officiële cijfers van de overheid bedroeg de inflatie dat jaar slechts 4%, maar het volk voelde dat toch wel anders. Alles was in één klap een stuk duurder geworden en de prijsstijgingen liepen niet gelijk op met die in de consumentenprijsindex.  

Experiment El País

Een jaar na de invoering van de euro kostte een winkelwagen vol met boodschappen 18% meer. Het ging om boodschappen voor een huishouden van vier personen voor één week met in totaal 62 producten (voedingsmiddelen, schoonmaakmiddelen en toiletartikelen). In december 2001 betaalde je voor bovengenoemde winkelwageninhoud 170,42 euro. Één jaar later was dat bedrag gestegen tot 201,12 euro. Nu, vijftien jaar later en na een grote economische crisis en negatieve inflatie is de inhoud van eenzelfde winkelwagen bij dezelfde supermarkt 58% meer.

Gemiddelde jaarsalaris

Ook de consumentenprijsindex en de salarissen zijn flink veranderd in die vijftien jaar tijd. Het leven is in Spanje veel duurder is geworden. Aan het eind van 2001 bijvoorbeeld was het gemiddelde jaarsalaris 16.561 euro, (2.755.585 peseta’s), zo blijkt uit de loonkostenenquête die jaarlijks door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (INE) wordt gepubliceerd. In 2015, het laatste jaar waarvan gegevens beschikbaar zijn, bedroeg het gemiddelde salaris 22.850,57 euro. Dat is 38% meer dan in 2001.

Volgens de INE is de inflatie tussen januari 2002 en november 2016 36% gestegen. Dat is dus 22% minder dan de prijsstijging voor de boodschappen in de winkelwagen.

Niet alles is gelijk in prijs gestegen

De artikelen in de winkelwagen zijn duurder geworden, maar hoeveel verschilt per productcategorie. Vis is 15% duurder geworden en vlees steeg 30.7% in prijs. Fruit en groenten zijn ten opzichte van 2001 31.7% duurder geworden.

Prijzen veranderen

Als we de schoonmaakmiddelen en toiletartikelen niet meetellen en we kopen hetzelfde als in 2001, is volgens de INE alles 39.85% duurder geworden. De volle winkelwagen van El País steeg zonder die schoonmaakmiddelen en toiletartikelen 38.33% in prijs, dus dit komt ongeveer overeen.

De meest in prijs gestegen producten zijn schoonmaakmiddelen met een stijging van 86,5%. De toiletartikelen zijn nu 41.9% duurder. De producten die goedkoper zijn geworden zijn appels, wortelen, zout, varkensvlees en olijven gevuld met ansjovis en vleeswaren.

Het experiment werd op 28 december 2016 uitgevoerd. Niet alle producten konden één op één met elkaar worden vergeleken. Simpelweg omdat sommige producten niet meer bestaan of zijn veranderd qua inhoud of verpakking. Ook de gewoontes van consumenten zijn veranderd. In het experiment werden geen producten in de aanbieding gekocht, terwijl tegenwoordig consumenten veel meer letten op aanbiedingen zoals drie halen, twee betalen of afgerpijsde producten bij verschillende supermarktketens. Mensen kopen meer kant-en-klaar-maaltijden vergeleken met vroeger en boodschappen doen via internet wordt ook steeds populairder.

Dit vind je misschien ook leuk