Nieuwe vondsten in Zuid-Spanje hebben geleid tot de herziening van een eeuwenoude historische aanname. Eeuwenlang geloofden historici dat de Carthagers afstamden van Feniciërs uit het Midden-Oosten. Maar een baanbrekend DNA-onderzoek, gebaseerd op meer dan 200 menselijke resten uit Punische graven, laat een heel ander verhaal zien: de Carthagers hadden grotendeels lokale wortels – in Spanje, Sicilië en Noord-Afrika.
Geschiedenis herschreven met DNA
Het onderzoek, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature, is het grootste ooit naar de genetische oorsprong van de Punische bevolking. De onderzoekers analyseerden DNA van 210 skeletten van 12 oude begraafplaatsen, onder andere in Cádiz, Málaga, Almería, Ibiza, Sardinië en Carthago (het huidige Tunesië). Hun conclusie: de meeste mensen die daar woonden in de Punische tijd (van ca. 800 v. Chr. – 146 v. Chr.) hadden géén genetische banden met de Fenicische steden in het huidige Libanon, zoals Tyrus en Sidon.
Cultuur bleef, mensen veranderden
Hoewel de taal, religie en leefwijze van de Carthagers Fenicisch bleef, kwam hun DNA dus niet uit het Nabije Oosten. Sterker nog: het onderzoek laat zien dat het vooral ging om een culturele migratie, geen bevolkingsverplaatsing. Lokale bewoners in het westen van de Middellandse Zee namen de Fenicische cultuur over, zonder dat daar een massale volksverhuizing aan voorafging. Sommige wetenschappers spreken van de eerste globalisering in de geschiedenis.
Een smeltkroes van oorsprongen
Volgens genetici als Carles Lalueza-Fox (Barcelona) en David Reich (Harvard) is de Punische wereld een vroeg voorbeeld van kosmopolitisme. De bevolking van deze steden bestond uit een mix van mensen uit Noord-Afrika, Spanje, Sicilië en zelfs Griekenland. Zo toont DNA uit het Zuid-Spaanse Villaricos (Baria) aan dat daar een Griekse gemeenschap leefde met sterke onderlinge verwantschappen – in een Fenicisch-Punische stad.
In sommige gevallen ontdekten de onderzoekers zelfs verwanten die honderden kilometers van elkaar leefden. Zoals twee tweede neven: de één in Carthago, de ander in Sicilië. Het laat zien hoe verbonden de Middellandse Zee al duizenden jaren geleden was.
Feniciërs als vijandige karikatuur
Veel van wat we weten over de Feniciërs en Carthagers komt uit de pen van hun vijanden: de Grieken en vooral de Romeinen. Het waren de Romeinen die – na drie bloedige oorlogen tegen onder meer de beroemde generaal Hannibal, die met olifanten de Alpen overstak om Rome te belegeren – uiteindelijk in slaagden om Carthago te vernietigen.
De Grieken en Romeinen schilderden de Carthagers af als sluwe handelaren, verraders en barbaren. Die beeldvorming is blijven hangen, mede doordat er nauwelijks originele teksten zijn overgebleven. De Feniciërs schreven op papyrus, en die is vrijwel nergens bewaard gebleven.
Dit nieuwe onderzoek “geeft eindelijk een stem aan een beschaving die lang geen eigen stem had,” aldus een van de onderzoekers. De genetische gegevens vullen het historische plaatje nu aan met feiten die archeologie en oude teksten nooit konden leveren.
Spanje belangrijk in Carthaagse rijk
De opgravingen in Zuid-Spanje, vooral in Cádiz, Málaga en Ibiza, zijn cruciaal geweest voor deze nieuwe inzichten. Ze laten zien dat het huidige Spanje niet alleen deel uitmaakte van het Carthaagse rijk, maar ook dat het volk dat dat rijk vormde, voor een belangrijk deel uit deze regio afkomstig was.
Onderzoek herschrijft geschiedenis
Dit onderzoek zet het oude beeld van de Carthagers als oosterse kolonisten op zijn kop. Ze waren géén directe afstammelingen van Feniciërs, maar eerder lokale bewoners die de Fenicische cultuur omarmden. In plaats van massale migratie ging het om assimilatie via handel en culturele invloed.
Middeleeuwse geheimen onthuld bij werkzaamheden in hartje Barcelona