De voorspelde drukte bij luchtvaartmaatschappijen voor de zomer van 2022 komt heel dicht in de buurt van de capaciteit tijdens de zomer van 2019, toen men nog niet wist van corona. Met 212 miljoen aangeboden vliegtuigstoelen verwachten vliegmaatschappijen slechts 0,4 procent onder het niveau van de zomer van 2019 te zitten.
Effect Russische invasie onduidelijk
Deze aankondiging werd woensdag 20 april gedaan door voorzitter Javier Gándara van de Spaanse vereniging van luchtvaartmaatschappijen (ALA). Gándara neemt hierbij wel een slag om de arm omdat onduidelijk is hoe de oorlog in Oekraïne zal vorderen en welk effect dit in de toekomst zal hebben op het aantal boekingen. Vooralsnog blijft het effect van de oorlog beperkt tot een stijging van de brandstofprijzen.
‘Maak vliegen van en naar Spanje toegankelijker’
De voorzitter van de Spaanse ALA riep woensdag op om de gezondheidsvoorschriften voor het vliegen van en naar Spanje te standaardiseren, voornamelijk voor landen buiten Europa waar de gezondheidssituatie vergelijkbaar is met de EU. Volgens Gándara zijn er nog teveel verschillende regels om naar Spanje te reizen wat vakantiegangers kan ontmoedigen om überhaupt te boeken.
Ook zet hij zich in voor meer personeel op controlepunten op vliegvelden om de doorstroom te vergemakkelijken. Tijdens de Semana Santa hebben namelijk meer dan 3.000 mensen hun overstap gemist op de luchthaven Madrid-Barajas doordat ze te lang moesten wachten bij bijvoorbeeld de douane. Wanneer deze zaken snel op orde worden gebracht dan kan het herstel van de sector, dat niet vóór 2023 wordt verwacht, wellicht worden bespoedigd.
Spaanse luchtvaartvereniging richt zich tot regering
Tot slot doet Gándara nogmaals een beroep op de Spaanse regering om luchtvaartmaatschappijen vrij te waren van de door Aena gemaakte kosten voor de gezondheidsmaatregelen op Spaanse vliegvelden. Tot september 2021 liepen de kosten op tot 150 miljoen euro om maatregelen te nemen tegen de verspreiding van Covid-19. Luchtvaartmaatschappijen hebben al genoeg te lijden door de reisbeperkingen en de almaar stijgende brandstofprijzen, aldus Javier Gándara.