Vooral Nigeriaanse vrouwen slachtoffer vrouwenhandel in Spanje

door admin
Vooral Nigeriaanse vrouwen slachtoffer vrouwenhandel in Spanje

Dit meldt de afdeling vreemdelingenzaken van het Spaanse Openbaar Ministerie in een rapport waarin geconcludeerd wordt dat er een levendige vrouwenhandel bestaat in Spanje met slachtoffers uit meer dan 60 landen, waaronder Nigeria, Rusland, Roemenië, Bulgarije, Oekraïne, China, Paraguay en Colombia de meest voorkomende zijn. 

Het Spaanse Openbaar Ministerie heeft sinds 2012 meer dan 600 onderzoeken naar mensenhandel in Spanje gedaan. De vrouwenhandel is hierin oververtegenwoordigd. Ongeveer 86% van alle gevallen van mensenhandel betreft de seksuele uitbuiting van vrouwen. De uitbuiting van arbeidskrachten volgt op een verre tweede plek. Slechts 9% van alle onderzochte gevallen betreft gevallen van uitbuiting van werkkrachten. En in minder dan 3% gaat het om personen die onder dwang bedelen. In minder dan 1% van de gevallen komen dwanghuwelijken, het onder dwang verwijderen van organen en andere illegale activiteiten die te maken hebben met mensenhandel voor. 

De meeste slachtoffers van vrouwenhandel in Spanje zijn afkomstig uit Nigeria. Uit vervolgstudies in 2017 blijkt dat 114 van de 289 slachtoffers van vrouwenhandel, van Afrikaanse komaf was. En 113 van deze 114 vrouwen waren Nigeriaans. Bovendien waren 14 van deze Nigeriaanse vrouwen minderjarig.

De meeste Nigeriaanse vrouwen komen uit  de staat Edo (Benin City) en worden onder valse voorwendselen geworven. Er wordt hun een zodanig goede baan beloofd dat ze zonder probleem een contract voor een exorbitant bedrag (meestal tussen de 30.000 en 50.000 euro) aangaan. Ze mogen dit bedrag in termijnen terugbetalen zodra ze wat verdiend hebben.

Deze overeenkomsten worden bekrachtigd met een voodoo-ritueel; zo verzekeren de mensenhandelaren zich ervan dat ze door de vrouwen worden terugbetaald en dat zij  geen aangifte tegen hen zullen doen. Na het voodoo-ritueel wordt het slachtoffer naar Spanje gebracht. “Als ze geluk heeft, gebeurt dat per vliegtuig. Als ze pech heeft, reist ze per bootje via Libië of via Marokko”, aldus het Openbaar Ministerie.

Joaquín Sánchez-Covisa, openbaar aanklager belast met vreemdelingenzaken zegt hierover: ”om de vrouwen te ronselen, wordt misbruik gemaakt van de extreme armoede waarin ze leven en hun gebrek aan opleiding. Ze worden verkocht, gemarteld, geslagen, gebrandmerkt, vernederd en bedreigd. Op alle mogelijke manieren wordt druk op ze uitgeoefend om hun weerstand te breken.” Hij duidt aan dat deze vrouwen redden het allerbelangrijkst is. Daarna kan er pas aan het onderzoek gedacht worden.

Het Spaanse Openbaar Ministerie geeft aan dat onderzoek naar mensenhandel een zeer complexe zaak is doordat de georganiseerde misdaad die achter deze illegale praktijken zit en omdat de slachtoffers erg kwetsbaar zijn. Hij betreurt dat in 48% van de gevallen het onderzoek moet worden gestaakt omdat de schuld van de verdachten niet onomstotelijk bewezen kan worden of dat zij onvindbaar zijn. Ook verschijnen de bevrijde vrouwen vaak niet bij de rechtbank om hun aangifte te bekrachtigen of om uitleg te geven over wat hun overkomen is.

Dit vind je misschien ook leuk