Waarom de Spaanse economie groeit terwijl Nederland achterblijft

door admin
economie havenactiviteiten

Spanje begon 2024 positief in termen van economische prestaties. Het BBP van het land steeg met 0,7% en handhaafde daarmee een reeks opmerkelijke groeicijfers ondanks het heersende klimaat van hoge rentetarieven. Deze prestatie is vooral indrukwekkend omdat van alle prominente EU-lidstaten de Spaanse consumenten het meest getroffen zijn door de renteverhogingen van de Europese Centrale Bank.

De Spaanse economie heeft de verwachtingen van slechts enkele maanden geleden overtroffen, ondanks moeilijke omstandigheden zoals hoge rentetarieven, een stagnerende Europese economie en onzekerheid over het economisch beleid. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft onlangs zijn groeiprognose voor Spanje voor 2024 naar boven bijgesteld van 1,5% naar 1,9%, onder verwijzing naar de “sterke veerkracht” van het land te midden van de bredere zwakte van de eurozone.

Het IMF schrijft deze verbeterde vooruitzichten toe aan de verwachte toename van de binnenlandse consumptie, de verwachte inflatievertraging en de mogelijke versoepeling van de rentetarieven. De instelling merkte echter op dat de particuliere investeringen traag blijven en dat de consumptie pas onlangs weer het niveau van eind 2019 heeft bereikt, wat duidt op een algemene matige binnenlandse vraag sinds de pandemie.

Voor 2025 handhaafde het IMF zijn eerdere prognose van 2,1% bbp-groei voor Spanje, na een expansie van 2,5% in 2023.

In navolging van het optimisme van het IMF verhoogde de Bank van Spanje in maart haar BBP-groeiprognose voor 2024 van 1,6% naar 1,9%. De vooruitzichten van de Spaanse overheid zijn nog optimistischer en voorspellen 2% groei voor het lopende jaar. Voor traders die willen profiteren van deze economische trends, kunnen geavanceerde handelsplatformen zoals MetaTrader 5 de tools bieden die nodig zijn om te slagen op de financiële markten.

Redenen voor de groei van Spanje

De groei van Spanje werd aangedreven door de binnenlandse en netto buitenlandse vraag, waarbij de sterke prestaties van de dienstenexport een krimp van de goederenexport compenseerden.

Verschillende factoren dragen bij aan het recente succes van Spanje. De exportsector van het land heeft aan concurrentiekracht gewonnen doordat de lonen minder zijn gestegen dan bij de buren in het noorden. Dit heeft geleid tot een gestage daling van de reële effectieve wisselkoers op basis van relatieve arbeidskosten per eenheid product sinds de wereldwijde financiële crisis van 2007-2009.

Daarnaast profiteert de Spaanse economie van de verminderde afhankelijkheid van China in vergelijking met andere EU-lidstaten, met name Duitsland. Een gunstige demografie, waaronder immigratie, speelt ook een cruciale rol, vooral in vergelijking met de vergrijzing in landen als Duitsland en Italië.

Deze structurele voordelen zullen de economische outperformance van Spanje de komende jaren waarschijnlijk blijven ondersteunen en de positie van het land als sterk presterende lidstaat binnen de Europese Unie versterken.

Spanje heeft de laatste tijd een inhaalslag gemaakt vanwege de gastvrijheid en de toerisme-gedreven economie, die langer nodig had om te herstellen van de pandemische inzinking. Deze factor is nu op zijn retour. 

Een ander aspect is de relatief kleine productiesector van Spanje, waardoor het land minder profiteerde van de industriële boom tijdens de pandemie, maar nu minder last heeft van de vertraging. Daardoor is Spanje minder afhankelijk van de verwerkende industrie en heeft het minder last van de wereldwijde economische neergang.

Daarnaast heeft aanzienlijke steun van de Herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF) van de EU de Spaanse groei geholpen, en deze steun zal naar verwachting aanhouden tot de faciliteit in 2027 afloopt. Spanje heeft recht op maximaal 80 miljard euro aan EU-subsidies (gelijk aan 5,5% van het bbp in 2023), maar heeft iets minder dan de helft van dat bedrag ontvangen.

Een flexibelere arbeidsmarkt kan ook leiden tot een beter concurrentievermogen in Spanje in vergelijking met andere Europese landen, dankzij een hogere arbeidsparticipatie, met name onder buitenlandse ingezetenen en immigranten.

Aan de andere kant kan een sterker economisch momentum in Spanje de inflatie aanwakkeren, waardoor de inflatie dit jaar niet terugkeert naar de doelstelling van 2%. De huidige inflatie bedraagt 3,8%. Bovendien blijven de vooruitzichten voor de beleidsvorming zwak omdat de minderheidsregering van Spanje voor uitdagingen staat wat betreft effectieve besluitvorming.

De Nederlandse economie

De Nederlandse economie is in het vierde kwartaal van 2023 gegroeid, waarmee een einde kwam aan de milde recessie die van het eerste tot en met het derde kwartaal van 2023 een daling van het bbp met 1,1% had veroorzaakt. Het BBP groeide in het vierde kwartaal met 0,4%, wat resulteerde in een bescheiden totale groei van 0,1% voor 2023, een van de zwakste prestaties in de eurozone. Deze groeitrend sloeg echter om in het eerste kwartaal van 2024, toen het CBS een krimp van 0,5% rapporteerde. De daling was voornamelijk te wijten aan een daling van de goederenexport als gevolg van de afgenomen industriële productie.

De Nederlandse verwerkende industrie heeft in het tweede kwartaal waarschijnlijk beter gepresteerd dan in het zwakke eerste kwartaal. Ondanks een lichte daling van nieuwe exportorders in juni, steeg de export in het tweede kwartaal ten opzichte van het eerste kwartaal. Een belangrijke factor die de Nederlandse economie voor de rest van het jaar beïnvloedt, is de politieke verschuiving. Het land heeft zijn eerste extreemrechtse regering beëdigd, waarmee een einde komt aan bijna 14 jaar leiderschap van Mark Rutte. Deze verandering kan een grote invloed hebben op het land en zijn positie in Europa.

Het valt nog te bezien hoe het extreemrechtse beleid van de nieuwe regering het zal doen in Nederland, een land met bijna 18 miljoen inwoners dat bekend staat om zijn cultuur van consensus en compromissen sluiten. De verschuiving kan ook gevolgen hebben voor het internationale aanzien van het land. Daarnaast staat de Nederlandse economie bloot aan risico’s door wereldwijde onzekerheden. Oorlogen en conflicten kunnen de energieprijzen aanzienlijk beïnvloeden en de wereldhandel vertragen. Nederland heeft hier meer last van dan andere landen vanwege zijn open economie.

Positief is dat de inflatie twee jaar geleden een piek bereikte van 11,6% en naar verwachting zal afnemen tot 2,8% eind 2024. Hoewel dit nog steeds boven de doelstelling van 2% van de Europese Centrale Bank ligt, is deze neerwaartse trend geleidelijker dan verwacht in de najaarsprognoses van december 2023, voornamelijk door hoger dan verwachte energieprijzen.

De weg vooruit

Spanje en Nederland bevinden zich momenteel op verschillende plaatsen, maar ze streven allebei hetzelfde na: een robuustere economie tegen het einde van 2024. De economie van Spanje groeit omdat het minder last heeft van wereldwijde problemen en een sterke dienstensector heeft. De Nederlandse economie heeft het moeilijker omdat het meer afhankelijk is van de verkoop van goederen aan andere landen. Beide landen hebben te maken met wereldproblemen zoals oorlogen en stijgende prijzen. De komende maanden zullen we zien of deze trends zich voortzetten en hoe ze de rest van de Europese economie beïnvloeden.

Lees ook: IMF verhoogt groeiverwachting voor Spanje

Dit vind je misschien ook leuk