Dit deed hij nadat bekend was geworden dat het Spaanse hooggerechtshof de kandidaat-premier Jordi Sánchez niet uit de gevangenis zou laten. Hiertoe had Torrent opnieuw een verzoek ingediend. In maart werd Sánchez ook al voorgedragen en gebeurde hetzelfde. De kandidaat-premier zit in de cel voor de rol die hij speelde in de onafhankelijkheidsverklaring van eind oktober vorig jaar.
Sánchez heeft inmiddels een aanklacht ingediend bij het mensenrechtencomité van de Verenigde Naties over de schending van zijn politieke rechten. Het comité is een onderzoek gestart en heeft op 23 maart verzocht deze rechten van Sánchez te eerbiedigen. Rechter Llarena van het hooggerechtshof is echter van oordeel dat het vrijlaten van Sánchez een breuk met de ‘grondwettelijke orde’ zou kunnen betekenen. Hiertoe heeft hij de collectieve rechten van de rest van de gemeenschap op de eerbiediging van die grondwettelijke orde afgewogen tegen de individuele politieke rechten van Sánchez.
Voor 22 mei moet er een nieuwe regering zijn in Catalonië. Lukt dat niet, dan moeten er nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven. Torrent zei tijdens het afblazen van de zitting vrijdag over Sánchez dat het gaat om een ‘grove schending’ van diens politieke rechten.
De gemoederen lopen overal op rond de Catalaanse onafhankelijkheidskwestie. Binnenkort is er in Den Haag een ontmoeting tussen Spaanse en Duitse rechters om te spreken over het Spaanse verzoek tot uitlevering van de op het moment in Duitsland verblijvende Carles Puigdemont. De voormalige Catalaanse premier werd op 25 maart in Duitsland gearresteerd en daar later ook weer vrijgelaten omdat Duitse rechters oordeelden dat er geen sprake is van ‘rebellie’ of ‘hoogverraad’. Van rebellie kan enkel sprake zijn als er sprake is geweest van geweld of het trekken van wapens. Dat was in de optiek van de Duitse magistraten niet het geval.