Dat schrijft de Spaanse krant El Economista op basis van informatie van Bloomberg. Een paar weken sprak de minister Montero van Financiën al over de moeilijkheid om de bonus op inkomensniveau vast te stellen. De regering bestudeert hoe de hulp kan worden afgebouwd en omgeleid naar de laagste inkomens, ondanks de technische problemen.
Tegen het einde van het jaar zou het mechanisme klaar moeten zijn, aldus Bloomberg. Tot nu toe profiteert iedereen van de maatregel. Deze werd vanaf het begin bekritiseerd vanwege het regressieve karakter en omdat deze vooral de hoogste inkomens ten goede zou komen.
Consumenten krijgen sinds afgelopen april 0,2 euro korting per liter bij het tanken van benzine of diesel. De maatregel werd in juni verlengd tot het einde van het jaar. De regering schat dat de fiscale kosten in dit verband oplopen tot 6 miljard euro. Het Rijk subsidieert 0,15 euro en de oliemaatschappijen dragen de rest bij.
Maatregelen gaan beteugeling inflatie tegen
Het debat over de toekomst van de subsidie is al weken gaande. Instellingen zoals de ECB of de Europese Commissie dringen er bij regeringen op aan om een einde te maken aan dit soort maatregelen die op grote schaal worden toegepast en die indruisen tegen de noodzakelijke aanpassingen om de inflatie te beteugelen.
Internationale organisaties zoals het IMF pleiten voor selectieve maatregelen die de laagste inkomens helpen tegen stijgende prijzen. Minister Montero van Financiën zei vorige week dat “het niet mogelijk was” om de bonus van 20 cent te relateren aan het inkomensnieau en dat “andere soorten maatregelen zouden moeten worden vastgesteld”. Bijvoorbeeld compensatie van inkomen per type groep. Wel gaf de minister aan dat het “mogelijk” is om de bonus vast te stellen in “beroepssectoren”.
Minister Nadia Calviño van Economie had al aangekondigd dat het moeilijk zou zijn om de bonus te behouden tegen 2023, maar dat het haalbaar zou zijn om deze om te buigen naar de transportsector.
Een deel van de regering had al lang geleden voor deze optie gekozen, zodat de maatregel progressiever zou zijn.
Minister Yolanda Díaz van Arbeid zet zich juist in voor hulp die rekening houdt met andere factoren. “Het slaat nergens op” dat zij zelf de benzine voor haar privé-auto heeft gesubsidieerd, maar dat mensen die met het openbaar vervoer naar hun werk of studie reizen niet meer hulp krijgen.
Totale onzekerheid
Het kabinet laat, buiten de waarderingen van verschillende ministeries, niet los wat er met de bonus gaat gebeuren. De Spaanse Confederatie van Tankstationondernemers (CEEES) verzekert in een verklaring dat de overheid tot op heden geen contact met haar heeft opgenomen om uit te leggen wat er met de bonus gaat gebeuren.
De tankstationwerkgevers vragen de regering om “een open en transparante dialoog”, met als doel de computersystemen van de tankstations klaar te kunnen stomen voor het nieuwe scenario dat begin 2023 zal plaatsvinden.
In die zin herinnert CEEES aan de “absolute chaos in de meeste Spaanse tankstations” die ontstond toen op 1 april de korting werd ingevoerd. Tankstations hadden amper 40 uur om de nodige wijzigingen in hun computersystemen door te voeren.
In dit verband schat CEEES dat deze aanpassingen en de extreme spoed waarmee ze moesten worden ingevoerd, een onvoorziene kostenpost voor bedrijven in de sector met zich meebrachten van meer dan 3.000 euro per tankstation.
Bekijk ook: Dieselprijs daalt al weken, ook bezineprijs in Spanje daalt licht
Evenzo pleit CEEES er al meer dan een jaar voor dat een belastingverlaging “de beste optie” zou zijn. Deze wordt namelijk toegepast op andere energiebronnen, zoals elektriciteit en gas.