Volgens deskundigen is nu het aangewezen moment om gekwalificeerd wetenschappelijk talent in te zetten als motor voor het herstel van de geleden economische schade in Spanje. Met het oog op het belang van de wetenschappelijke en technologische sector is afgelopen week het debat ‘Innovatie, talentmanagement en wetenschappelijk onderzoek’ gevoerd, dat mede georganiseerd werd door de krant La Vanguardia.
Het debat ging over de rol die zowel de publieke als de private sector kunnen spelen in de technologische en wetenschappelijke vooruitgang. Daarbij stonden de drie daarvoor essentiële factoren ‘Bedrijven’, ‘Investering in Research en Development’ en ‘Talentmanagement’ centraal.
Technologiekloof verkleinen tussen grote bedrijven en mkb
Volgens de deelnemers aan het debat moet de aandacht vooral uitgaan naar innovatieplannen van de middelgrote en kleine bedrijven in Spanje. Enerzijds omdat zij veruit het grootste deel van de Spaanse economie vertegenwoordigen. Anderzijds omdat de grote bedrijven hun focus en investeringen al langere tijd gericht hebben op de technologische innovatie van het bedrijf.
Om deze technologiekloof tussen grote bedrijven en het midden- en kleinbedrijf (mkb) te reduceren is het van essentieel belang om deze kleinere ondernemingen direct te steunen zodat ook zij kunnen investeren in innovatie. Ook werd gepleit voor een overheidsinvestering in Spaanse start-ups. Zij hebben meer geld nodig om op mondiaal niveau competitief te kunnen zijn. Particuliere, lokale investeringen zijn doorgaans niet toereikend om ook buiten de eigen grenzen succesvol actief te zijn.
Meer overheidsinvestering in Research&Development
Nu is het bovendien het aangewezen moment voor Spanje om meer te gaan investeren in Research and Development (R&D). Al meer dan tien jaar ligt de investering die de Spaanse overheid doet in R&B fors onder het Europese gemiddelde. Het is voor een economie die de vijfde van Europa is niet logisch om qua investering in R&D onderaan te bungelen op een 18e plaats.
De overheidsinvestering zou verhoogd moeten worden van de huidige 650 miljoen euro naar 900 miljoen euro. Daarmee zou ook de particuliere investering in R&D gestimuleerd worden, waarmee Spanje op een gemiddeld Europees niveau uitkomt van 2,1 procent van het bruto binnenlands product in plaats van de huidige 1,6 procent van het bbp.
Internationale focus
In het debat werd gepleit voor een grotere focus op internationaal onderzoek, gericht op het verbeteren van bedrijfsstrategieën waarmee ook internationaal meer invloed kan worden uitgeoefend. Op Europese ranglijsten komen Spaanse bedrijven nergens voor op de nummer één, maar in verschillende sectoren staan zij wel vaak binnen de top 10.
De sprekers van het debat zijn van mening dat de Catalaanse en centrale overheid beter moeten samenwerken in hun initiatieven om samen de wetenschap en technologische ontwikkeling in Spanje verder te brengen. Ten slotte werd het belang benadrukt te investeren in een grotere bezetting door vrouwen in wetenschappelijke en technologische beroepen, omdat er in Spanje nog een grote sekseongelijkheid bestaat binnen deze sector.
Deelnemers van het debat in Barcelona waren Miquel Roca Junyent, voorzitter van de Societat Econòmica Barcelonesa d’Amics del País; Jordi Marín, algemeen directeur van de Associació Catalana d’Empreses Consultores; Josep Samitier, directeur van het Instituto de Bioingeniería in Catalonië; Núria Bayó, hoofd academische programma’s van het Institute of Science and Tecnnology (BIST) en Alex Roig, directeur van SciTech Diplohub.