Dit maakte Eurostat donderdag bekend. De afspraak met Brussel in het stabiliteitspact is dat uiteindelijk alle lidstaten niet boven de 3% tekort uit zouden komen. Dit is slechts vier landen in 2015 al gelukt. Luxemburg zat onder de grens met 1,2%, Duitsland met 0,7% en Estland met 0,4%. De begroting van Zweden was precies in balans. Voor Spanje gold een wat soepeler regeling en de afspraak was om niet boven een tekort van 4,2% uit te komen. Dit werd 0,8% hoger.
Eurozone en EU
In de Eurozone als geheel ging het begrotingstekort omlaag van 2,6% in 2014 naar 2,1% in 2015. De staatsschuld verminderde van 92% naar 90,7%. In de Europese Unie werd het tekort minder van 3% in 2014 tot 2,4% in 2015. De schuld daalde van 86,8% naar 85,2%.
Laagste tekort
Letland had in 2015 het laagste begrotingstekort met 0,2%, gevolgd door de Tjechische Republiek met 0,4%, Roemenië met 0,7% en Cyprus met 1%. Andere landen die een tekort van 3% of meer hadden zijn dus Spanje en Griekenland, Portugal en UK met 4,4%, Frankrijk met 3,5%, Kroatië met 3,2% en Slowakije met 3%.
Het land met de laagste schuld is met 9,7% Estland, met 21,4% Luxemburg, met 26,7% Bulgarije, met 36,4% letland en met 38,4% Roemenië.
Hoogste schuld
De hoogste schuld en ver boven het streefgetal van 60% is voor Griekenland met 176,9% van het bbp, Italië 132,7%, Portugal 129%, Cyprus 108,9% en België met 106%.