Kloof tussen arm en rijk blijft groot in Spanje

door admin
Kloof tussen arm en rijk blijft groot in Spanje

De Banco de España deed onderzoek naar de financiële situatie van Spaanse huishoudens in 2017, 2014 en 2011. Daaruit blijkt dat de ongelijke verdeling van rijkdom in de periode tussen 2011 en 2017 fors is toegenomen. Dit komt mede door het toegenomen aantal jonge huishoudens die met lage inkomens moeite hebben om een hypotheek af te sluiten en geen geld over hebben om opzij te leggen. 

Groeiende economie lost kloof niet op

Dankzij de toegenomen werkgelegenheid is de kloof tussen de hoge en lage inkomens in voorgaande jaren enigszins afgenomen, maar deze afname gaat uiterst traag. De (bijna) verdubbeling van het vermogensverschil tussen de 20% rijkste en 20% armste gezinnen in de periode tussen 2014 en 2017, wordt kennelijk niet gecompenseerd met een groeiende economie.

Gemiddeld zijn de inkomens van jongeren in de periode tussen 2010 en 2016 met 18% gedaald. Een huis kopen of sparen is, in tegenstelling tot tien jaar geleden, voor jonge huishoudens met steeds lagere inkomens geen optie meer. Noodgedwongen moet er, op een gespannen huizenmarkt, veel geld worden neergeteld voor een huurwoning. De huishoudens waarvan de hoofdkostwinner jonger is dan 35 jaar hadden eind 2017 een gemiddeld netto bezit van 5.300 euro. In 2011 was dat nog 71.600 euro. De 25% armste gezinnen hadden eind 2017 een bezit van 600 euro terwijl dit eind 2011 nog 7000 euro was. Met deze gegevens is een duidelijke trend waarneembaar dat de situatie van jonge huishoudens in Spanje in de afgelopen tien jaar significant slechter is geworden.

Het onderzoek van de Banco de España geeft geen verklaring voor het feit dat, ondanks de verbeterde werkgelegenheid, de kloof tussen arm en rijk nog steeds zo groot is. Andere bronnen zien de oorzaak in de korte arbeidsduur van de nieuwe, vaak tijdelijke banen. Het gaat dan vaak om maar een paar uur werk in de week waarin grote druktes worden verwacht. Daarbij zijn de salarissen sinds de recessie bevroren waardoor jongeren er financieel nauwelijks op vooruitgaan. Ook moet rekening worden gehouden met het feit dat van de huishoudens uit de 10% laagste inkomensgroep nog 14% werkloos is.

Van de groep rijkste huishoudens kan worden geconcludeerd dat het bezit niet enkel gespaard geld uit inkomen is, maar vaak ook tot stand is gekomen met overwaarde uit de verkoop van onroerende goederen, erfenissen, investeringen etc. Dat maakt dat deze groep minder direct afhankelijk is van economische voor- of tegenspoed.

Jongeren blijven thuis wonen

Omdat het voor jongeren met een laag salaris lastig is om woonruimte te vinden, neemt het aantal jonge mensen dat bij de ouders blijft wonen toe. De helft van de 24 tot 30-jarigen en een kwart van de 31-35-jarigen woont nog bij de ouders in huis.

Dit vind je misschien ook leuk