Spaanse Hoge Raad weigert amnestie voor Puigdemont wegens malversatie

Justitie oordeelt dat de Catalaanse oud-president zich heeft verrijkt met publiek geld

door Judith Goeree
Geen amnestie voor Puigdemont

De Spaanse Hoge Raad (Tribunal Supremo) heeft op donderdag bevestigd dat de amnestiewet niet van toepassing is op Carles Puigdemont voor het delict malversatie. Volgens het hof heeft de voormalige Catalaanse president zich persoonlijk verrijkt door publieke middelen te gebruiken voor het illegale referendum van 1 oktober 2017.

De zaak draait om de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging, die in 2017 een eenzijdig referendum organiseerde over afscheiding van Spanje. Ondanks een verbod van het Constitutioneel Hof ging het referendum toch door. Als toenmalig regiopresident vluchtte Puigdemont daarna naar België om vervolging te ontlopen. Sindsdien lopen er in Spanje meerdere rechtszaken tegen betrokkenen van het zogenoemde ‘procés’.

Geen amnestie voor Puigdemont en ex-ministers

De Kamer van Beroep van de Hoge Raad heeft geoordeeld dat Puigdemont, en ex-ministers Toni Comín en Lluís Puig geen gelijk krijgen in hun beroep. Zij hadden bezwaar gemaakt tegen de beslissing van rechter Pablo Llarena, die eerder had geoordeeld dat zij geen amnestie krijgen voor het delict malversatie.

Tegelijkertijd maakten ook de Openbare Aanklager en de Staatsadvocaat bezwaar, omdat zij vonden dat de amnestiewet wél van toepassing is op de vorm van malversatie waarvan Puigdemont en de anderen worden verdacht. Desondanks wijst de Kamer van Beroep álle bezwaren af. De oorspronkelijke beslissing van rechter Llarena blijft dus overeind.

Puigdemont verrijkt zich met publieke middelen

Volgens het Hof biedt de amnestiewet geen dekking voor malversatie als die heeft geleid tot “verrijking van patrimoniaal karakter”. Daarvan is volgens de rechters sprake, omdat de leiders van het onafhankelijkheidsproces de kosten van het referendum op de overheid afschoven. Ze leden zelf geen financiële schade. Dat wordt gezien als illegale bevoordeling, ook als er geen direct persoonlijk gewin was.

De rechters stellen dat de bedoeling van de wetgever niet doorslaggevend is. Volgens hen was er, naast de politieke wil om alle betrokkenen amnestie te verlenen, ook een duidelijke keuze om een uitzondering te maken voor malversatie waarbij sprake is van verrijking.

Geen sprake van willekeur

Het Hof verwerpt het idee dat de beslissing van rechter Llarena arbitrair zou zijn. De uitleg van de wet is volgens de Kamer juridisch onderbouwd, consistent met de tekst van de wet en niet in strijd met de Grondwet.

Een argument van Puigdemonts advocaat, namelijk dat de zaak door het Catalaanse Hooggerechtshof behandeld had moeten worden, werd ook afgewezen. Het Hooggerechtshof blijft volgens de rechters bevoegd. De vermeende strafbare feiten zouden namelijk ook buiten Catalonië zijn gepleegd, onder meer via het diplomatieke netwerk Diplocat. Dat netwerk werd ingezet om internationale steun te zoeken voor het illegale referendum en is vermoedelijk gebruikt om activiteiten in het buitenland te financieren.

Geen toetsing door Grondwettelijk Hof of EU-Hof

De Kamer ziet geen reden om de uitleg van de amnestiewet over malversatie voor te leggen aan het Grondwettelijk Hof. Ook een prejudiciële vraag aan het Europees Hof van Justitie is volgens de rechters niet nodig.

Wel heeft het Hooggerechtshof twijfels over de toepassing van de amnestie op het delict ongehoorzaamheid. Daarom is er voor dat onderdeel wél een toetsingsverzoek ingediend bij het Grondwettelijk Hof.

Weg naar amnestie blijft gesloten

Met deze uitspraak lijkt de weg naar volledige amnestie voor Puigdemont voorlopig afgesloten. Hij kan nog een beroep indienen bij het Grondwettelijk Hof.

Lees ook: Meerderheid Spanjaarden vindt amnestieregeling onrechtvaardig