Bij de parlementsverkiezingen in het Spaanse Baskenland op zondag 21 april heeft het separatistische linkse verbond EH Bildu het beste resultaat in haar geschiedenis behaald. Toch zullen ze waarschijnlijk in de oppositie blijven.
Na het tellen van ongeveer 95 procent van de stemmen, heeft de alliantie, die pleit voor de onafhankelijkheid van de regio in het noorden van Spanje, 27 zetels behaald. Dat zijn er zes meer dan bij de laatste verkiezingen in 2020, toen de in 2012 opgerichte EH Bildu met 21 zetels het tot dan toe beste resultaat van haar geschiedenis bereikte.
Separatisten toch in oppositie
De separatisten blijven echter in de oppositie, want laat op de avond leek een voortzetting van de regeringscoalitie tussen de conservatieve regionale partij PNV en de socialisten (PSOE) in zicht. Volgens de beschikbare resultaten krijgen PNV (27) en PSOE (12) samen een absolute meerderheid van 39 van de in totaal 75 zetels in het parlement in Vitoria, zoals de kiescommissie meedeelde. De coalitie zou daarmee twee zetels verliezen.
Ook nationalistisch maar minder radicaal
De PNV van de huidige regionale regeringsleider Iñigo Urkullu, die net als EH Bildu nationalistisch is georiënteerd en meer zelfbeschikking voor de Basken van de centrale regering in Madrid eist, treedt echter minder radicaal op. Urkullu, die sinds 2012 regeert, presenteerde zich deze keer niet meer als lijsttrekker. Hij zal naar alle waarschijnlijkheid worden opgevolgd als regeringsleider door zijn partijgenoot Imanol Pradales.
ETA
De terreurorganisatie Eta voerde decennialang een bloedige strijd voor een onafhankelijk Baskenland in Spanje. Bij ongeveer 3000 aanslagen kwamen 857 mensen om het leven en werden ongeveer 2600 mensen gewond. In 2018 kondigde de organisatie haar ontbinding aan. Tegenwoordig is het Baskenland een van de welvarendste van de zogenaamde Autonome Regio’s van Spanje.