Bronnen rond de premier hebben aan de krant El País laten weten dat Sánchez daarmee doelde op de verhoging van het minimuminkomen van begin dit jaar, en niet op een voornemen om dit inkomen nogmaals omhoog te brengen. Nu bedraagt het minimuminkomen in Spanje bij een 40-urige werkweek 950 euro per maand (14 keer per jaar uitbetaald), dat is 5,5 procent meer dan in 2019.
Inkomensongelijkheid gezamenlijk aanpakken
“De covid-19-crisis heeft de inkomensongelijkheid nog groter gemaakt en heeft vooral de werknemers met de laagste inkomens, vrouwen en jongeren geraakt. Het is nu de hoogste tijd voor een betere arbeidsregelgeving en beter sociaal overleg. We moeten er zeker van zijn dat niemand achterblijft: alleen als we ons samen inzetten, kunnen we onze doelen bereiken”, zei de Spaanse premier in Parijs, waarbij hij een beroep deed op de eensgezindheid van de verschillende partijen om deze uitdaging samen aan te gaan.
Verder liet Pedro Sánchez weten dat de coronacrisis “(…)een versnelling moet teweegbrengen van hervormingen, zowel op nationaal als internationaal niveau, waarbij een nieuw tijdperk aanbreekt van multilaterale samenwerking (…)”. In zijn beide toespraken, waarbij onder anderen secretaris-generaal van de OESO Ángel Gurría en de Franse president Emmanuel Macron aanwezig waren, was de boodschap van de Spaanse premier vooral van sociale aard.
Klimaatdoelen
Ook EU-voorzitter Ursula von der Leyen benadrukte in Parijs het belang van de onderlinge samenwerking in deze crisis. Het Europese noodfonds moet volgens von der Leyen niet alleen gebruikt worden voor het herstel, maar ook voor de voorbereiding op de toekomst, waarbij het milieu centraal moet staan. “Onze doelen moeten ambitieuzer zijn, er rest ons nog maar weinig tijd. In de komende tien jaar moet de situatie zijn omgebogen” zei de EU-voorzitter, een kleine een week nadat de EU-lidstaten toezegden de milieuvervuilende emissies in 2030 met 55 procent te hebben gereduceerd in plaats van de eerder overeenkomen 40 procent.