Staat Spanje er beter voor?

door admin
Staat Spanje er beter voor?

Of dit met elkaar te maken heeft, zullen we in 2014 mogen vaststellen. Het Spaanse bureau voor de statistiek, INE, heeft vastgesteld, dat het langzaam bergopwaarts gaat met de economie. Na een vijftal moeilijke jaren schijnt er inderdaad licht aan het einde van een duistere tunnel te komen. Niet het licht van een aanstormende trein, maar van economisch herstel.

Economische groei en fiscaal herstel zijn weliswaar bescheiden, maar de voortekenen zien er niet slecht uit. Gaat het om massage van getallen, of is er werkelijk iets te zien van een herstel? Ja, want de consumptie is licht toegenomen in het derde kwartaal (+0.1%) in verhouding tot een achteruitgang in het kwartaal daarvoor van bijna -1%. Of dit naast verder verbeterde uitvoercondities iets te maken heeft met een toename van de binnenlandse vraag, is minder goed vast te stellen.

Deflatie voorkomen

De evenwichtskunst van de zittende regering van Mariano Rajoy (PP) lijkt in ieder geval het ergste nog te hebben kunnen voorkomen: deflatie. Dat gevaar is niet geweken, maar het ziet ernaar uit, dat onze voorspelling over een welverdiend rokertje voor Rajoy tegen het eind van dit jaar gaat uitkomen. Of het flipfloppen van de Spaanse economie in en uit recessies nu zal ophouden, hangt mede af van buitenlandse factoren. Blijft de export groeien, blijven er goede vooruitzichten voor investeerders en stijgt de binnenlandse vraag, dan kan men de toekomst met enig optimisme tegemoet zien.

Inkrimpen

Het gaat er immers om inkomen te creëren, dat het mogelijk maakt goederen en diensten op te nemen. Wordt er meer geld uitgegeven dan het lopende inkomen, is er sprake van bestedingsinflatie. De uitgaven blazen zich als het ware teveel op. Het tegenovergestelde, wanneer inkomens dalen, kan leiden tot een bestedingsdeflatie. Dat is wat we enige jaren in Spanje zagen. Werkgevers moesten door een samenloop van redenen hun productie inkrimpen. Het gevolg ervan was minder werkgelegenheid.

Loondeflatie

Dit inkrimpen blijkt tamelijk ongelijk verdeeld te zijn. De bouwsector en immobiliën blijken bovenmatig getroffen te zijn door deze crisis, terwijl andere sectoren er weinig of niets van merkten. Het probleem was, dat de Spaanse economie voor ruim 20% leunde op de constructiesector. De export-sector daarentegen, goed voor circa 11% van het binnenlands product, werd door bovenmatige loonwensen en daarmee samenhangende, hogere kosten minder aantrekkelijk voor het buitenland. Men kocht geleidelijk minder in Spanje. Deze trend is nu door een zekere loondeflatie doorbroken, maar hoever kan een ondernemer zakken met loonbetaling zonder voor asociaal door te gaan? 

Sluipende of galloperende inflatie?

Inflatie en deflatie komen in een rijke schakering voor. Daarom moet men erop letten, welke soort er in publicaties wordt bedoeld. Het begrip ‘inflatie’ heeft voor Duitsers een heel andere gevoelswaarde dan voor Spanjaarden of Nederlanders. Dat verklaart, waarom de Duitse ‘zuinigheid’ (austerity) niet past bij de psychologie van andere volkeren. Een sluipende prijsinflatie van 2 of 3% per jaar is iets anders, dan een galloperende, laat staan een hyperinflatie van boven 100%.

Rol Europese Centrale Bank

Het omgekeerde is evenzeer waar. Als er een vermindering van de geldomloop intreedt, heeft dit krimpende gevolgen voor het nationale inkomen en de werkgelegenheid. De rol van de Europese Centrale Bank is hier belangrijk, hoewel die er primair op is gericht om inflatie te voorkomen, niet om deflatie te verhinderen. De gevolgen hiervan zijn allengs duidelijker geworden. Nog afgezien van het effect op de prijzen! 

Evenwichtskunst

Monopolistische toestanden (bijvoorbeeld bij energie), onwijze maar modieuze privatiseringen en importomstandigheden leiden ertoe, dat de prijzen een zekere starheid vertonen. Daardoor voorkomen zij het optreden van een ‘baisse’, het in elkaar zakken van een economie. Ze blijven meestal achter bij een daling van de lonen en inkomsten. De evenwichtskunst van een regering bestaat erin een middenweg te vinden, die in het geval van Spanje door haar banken-crisis regelrecht langs de rand van de afgrond voerde.

Terug winnen van vertrouwen

De geloofwaardigheid van de regering staat op het spel. Waar het in 2014 op aankomt is verloren vertrouwen terug te winnen. Voor zichzelf, de euro en Europa. Het sluiten van een pact door de regerende PP met de PSOE, haar oppositie, tegen de wijdverbreide ‘corruptie’ in Spanje is daarvan een aspect. Men moet hierover geen al te grote verwachtingen koesteren. Waar het denkbeeld bij buitenstaanders rijst, dat er corruptie wordt bedreven, kan dit voor anderen gaan om fiscale fraude of voordeelname. Dat onderscheid wordt bijna niet gemaakt, wat een somber beeld schetst van sommige wantoestanden. Een ervan is de financiering van politieke partijen, die het voornamelijk van ‘giften’ moeten hebben. Dat dit systeem moet veranderen, is iedereen inmiddels duidelijk geworden.

Eigen broek ophouden

Als er de komende weken en maanden geen nieuwe buitenlandse crises gaan ontstaan, ziet het beeld er voor Spanje in 2014 niet meer zo slecht uit en komt men langzaam uit een leerzaam dal. Leerzaam doordat men begrepen zal hebben zelf de eigen broek te moeten ophijsen en dat anderen dat niet voor je doen. Bovendien zal men geleerd moeten hebben dat men geen politieke dromen kan hebben en beloften kan maken die op geen stukken na zijn uit te voeren of te handhaven. Vooral op het laatste komt het aan, want Spanje moet nog langer mee…

Dit vind je misschien ook leuk